Radiochemicus Erik de Blois deinsde niet terug voor de grote technische uitdagingen van werken met een α-straler in een klinische omgeving onder GMP-condities, wat resulteerde in het eerste fase 1-onderzoek met een radioactief medicijn. ‘Ik ben nu eenmaal praktisch ingesteld.’
Eén ding is duidelijk na een gesprek met dr. Erik de Blois, klinisch radiochemicus en hoofdkwaliteitscontrole aan het Erasmus MC: zijn team moest zo’n beetje alles zelf uitvinden voor de ontwikkeling van hun nieuwe medicijn tegen prostaatkanker, gebaseerd op een radioactieve actinium-isotoop. ‘We begonnen vrijwel op nul’, zegt hij.
De Blois schetst de uitdagingen die hij en zijn team voor de kiezen kregen. Van de verkrijgbaarheid en zuivering van actinium en de koppeling ervan aan een biologisch actief molecuul, tot de strikte wetgeving voor werken met α-stralers en de dunnelaagchromatografie en HPLC-technieken die hij moest ontwikkelen om iets te kunnen zeggen over de opbrengst en zuiverheid. En voor een fase 1-studie moest het ook allemaal onder GMP-condities. ‘Ik wilde dit al langer maar had geen idee waar ik moest beginnen, zoveel technische uitdagingen waren er’, zegt hij met een lach.
Als lid van de KNCV, KVCV, NBV, of NVBMB heeft u onbeperkt toegang tot deze site, u kunt hier inloggen.