Het gaat niet echt over de toekomst, dezer dagen. De PVV heeft geen cent over voor innovatie en de meeste andere partijen beloven vooral bescherming tegen negatieve kantjes, zoals cybercrime.

Volgens het FD waagt alleen D66 zich aan een serieuze langetermijnvisie. Die partij gunt bovendien als enige de universiteiten hun extra miljard voor onderzoek en onderwijs. Geen wonder dat ze vorige maand het hoogst scoorde in de bèta-stemwijzer.

Die stemwijzer was mede ondertekend door de KNCV en werkgeversvereniging VNCI, maar was vooral het werk van ingenieursclub KIVI en ademde de geest van de technocraten op leeftijd die daar de boventoon voeren. Types die haarfijn aanvoelen dat je beter oude Poolse kolencentrales kunt sluiten dan hypermoderne Nederlandse, maar vergeten te verzinnen hoe je dat aan de Polen uitlegt. Ondergetekende was niet de enige die zichzelf er totaal niet in herkende.

Het afsluitende verkiezingsdebat was echter georganiseerd door de VNCI, die de zaal vulde met chemici en technologen. Die moeten uiteindelijk de duurzame kastanjes uit het vuur halen, en dat weten ze. En naarmate hun discussie vorderde werden de échte knelpunten steeds duidelijker.

Dat extra miljard voor de universiteiten (twee mag ook) is broodnodig als compensatie voor eerdere bezuinigingen. Maar de innovatie stokt in Nederland niet door gebrek aan kennis. Wel doordat velen niet verder kijken dan hun eigen stokpaardjes. Maar vooral ook door die bescherming tegen negatieve kantjes: zo loopt hergebruik van afvalstromen soms stuk doordat het recyclaat volgens slecht doordachte Brusselse regels nog steeds gevaarlijk afval is. Geen wonder dat sommige politici dan maar biomassa in kolencentrales laten mikken: in feite komt dat neer op euro’s verbranden, maar je weet tenminste zeker dat je déze kabinetsperiode je klimaatdoelen haalt.

Die regels helemaal afschaffen is een slecht idee. Maar misschien vraagt innovatie net als de gezondheidszorg om personalized medicine. Niet aderlaten als middel tegen alle kwalen maar elk probleem afzonderlijk bekijken, mogelijke oplossingen zorgvuldig tegen elkaar afwegen en dan het lef hebben om de beste optie rücksichtlos door te voeren. Zo doen echte bèta’s dat. En misschien dat ze dáárom zo zelden in de politiek gaan.

Onderwerpen