Eén enzym van een ebolapatiënt blokkeren moet voldoende zijn om de replicatie van het virus te stoppen. In een celcultuur werkt het alvast, claimen Deense en Duitse onderzoekers in het tijdschrift Molecular Cell.

Het enzym (zie de afbeelding) heet PP2A-B56 en is een eiwitfosfatase. Het ebolavirus blijkt het te ‘lenen’ van zijn gastheer om VP30, een van zijn eigen transcriptiefactoren, te defosforyleren. Zonder die defosforylering functioneert VP30 niet en zonder werkend VP30 kan het virus zijn RNA niet kopiëren.

Om PP2A-B56 en VP30 bij elkaar te krijgen blijkt het virus zijn nucleoproteïne (NP) te gebruiken. Op korte afstand van elkaar zitten daar twee aminozuursequenties in die elk op één van beide eiwitten passen.

In celculturen is het al gelukt om PP2A-B56 uit te schakelen. Volgens coauteur Jakob Nilsson, van de universiteit van Kopenhagen, waren ebola-infecties na 24 uur een factor 10 minder omvangrijk dan wanneer je niets deed.

Of het ook bij levende mensen werkt en of je PP2A-B56 wel straffeloos kunt blokkeren zonder heel vervelende bijwerkingen, is afwachten. De onderzoekers zijn nog niet eens aan dierproeven toegekomen.

Overigens vind je in de nucleoproteïnes van verwante filovirussen, zoals het Marburgvirus, ongeveer dezelfde sequenties terug. De kans is dus groot dat die PP2A-B56 op vergelijkbare wijze recruteren en dat een eventueel medicijn daar óók tegen werkt.

bron: University of Copenhagen