Aan de hoeveelheid microRNA’s in melkproducten kun je uitstekend het koemelkgehalte aflezen. Op basis hiervan is een betere kwaliteitsnorm op te stellen dan de huidige die zich richt op het eiwitgehalte, zo suggereren Chen-Yu Zhang en Ke Zen (Nanjing University School of Life Sciences) deze week in het tijdschrift Cell Research.

Dat die eiwitnorm niet deugt weten ze nergens beter dan in China. Daar werd melkpoeder jarenlang systematisch ‘verrijkt’ met melamine, in de wetenschap dat routine-analyses (op basis van totaal stikstofgehalte) het verschil tussen melamine en eiwit niet konden zien. Bovendien was het allebei wit.

 

Door systematisch al het RNA in een reeks melkmonsters te sequensen, hebben Zhang en Zen nu 7 verschillende korte fragmenten geïdentificeerd die alleen maar voorkomen in koemelk. Door de concentratie van alle 7 te meten in een melkproduct, kun je redelijk nauwkeurig nagaan hoeveel procent koemelk er doorheen zit. Aan de onderlinge verhouding is ook nog af te lezen in welke lactatieperiode de koe in kwestie verkeerde.

 

De Chinezen gaan nu proberen te achterhalen wat die microRNA’s eigenlijk voor effect hebben op consumenten van de melk. Mogelijk komen daar nog ideeën uit om de voedingswaarde voor bepaalde bevolkingsgroepen extra te verhogen.

 

bron: Nanjing University School of Life Sciences

Onderwerpen