Evolutie maakt levensvormen altijd complexer

Door evolutie worden levensvormen bijna vanzelf complexer. Eenvoudiger worden zou ook evolutionair voordeel kunnen opleveren maar in de praktijk gebeurt dat vrijwel nooit, zo schrijven Britse en Amerikaanse onderzoekers op de website van PNAS.

Gesuggereerd wordt dat dit wel eens de eerste ‘vaste regel’ voor evolutionaire processen zou kunnen zijn, die ooit is ontdekt.

De onderzoekers baseren hun hypothese op een studie van fossiele schaaldieren (kreeftachtigen, Crustacea) van het Cambrium tot heden. Bij deze dieren is de complexiteit relatief eenvoudig te kwantificeren, ze zijn immers modulair opgebouwd. Bij de eenvoudigste soorten zijn de lichaamssegmenten allemaal zo’n beetje hetzelfde. Bij de verst geëvolueerde varianten, zoals kreeften, zijn ze bijna allemaal verschillend en heeft elk segment een eigen functie.


De studie laat zien dat vrijwel elke tak van de stamboom complexer eindigt dan dat hij begon. Er zijn er wel een paar eenvoudiger geworden, maar dat zijn meestal soorten die zich tot parasiet hebben ontwikkeld of die in geïsoleerde milieus leven waar ze geen last hebben van concurrentie door andere soorten. Voor de rest geldt: hoe complexer een tak, hoe kleiner de kans dat de soorten binnen die tak uitsterven.

Volgens co-auteur Matthew Wills (University of Bath) zou je dit niet verwachten. “Als je met het eest eenvoudige dier begint kun je maar één kant uit, maar er komt een punt dat je zo complex bent geworden, dat je terug kunt gaan en weer simpeler kunt worden. Er is alleen haast geen schaaldier dat die kant uit gaat.”

Hij vermoedt dat het iets te maken heeft met competitie binnen de ‘rat race’ die evolutie heet.

bron: University of Bath

Onderwerpen