Het melkeiwit beta-lactoglobuline veroorzaakt alleen allergische reacties wanneer het geen ijzerionen bevat. Dus wanneer er iets aan de hand is met de koe waar die melk uit komt, suggereren Weense onderzoekers in PLOS ONE.

Dat beta-lactoglobuline (officieel Bos d 5) geldt als de belangrijkste veroorzaker van koemelkallergie, een aandoening waar vooral kinderen in hun eerste levensjaar vrij vaak last van hebben. Maar die rol heeft het vooral opgedrongen gekregen omdat het opviel dat het wél in koemelk voorkomt en niet in menselijke moedermelk. Waarom het immuunsysteem er soms zo heftig op reageert, bleef onduidelijk.

Franziska Roth-Walter en collega’s denken nu de oorzaak te weten. Bos d 5 is een zogeheten lipocaline-eiwit dat diverse cellulaire processen regelt door kleine, hydrofobe liganden te binden. Waaronder vetzuren zoals palmitinezuur, maar ook flavonolen.

Mensen maken ook allerlei lipocalines aan, waarvan er een paar inderdaad met regeling van het immuunsysteem te maken hebben. En van een daarvan, genaamd LCN2, was al bekend dat het ijzer(III)-houdende liganden (sideroforen) bindt, en dat de regelfunctie beïnvloed wordt door het al dan niet aanwezig zijn van die liganden.

Van die sideroforen bestaan ook verschillende modellen, waaronder catecholaten. Die lijken qua structuur weer op sommige van de flavonolen die door Bos d 5 worden gebonden.

In Wenen hebben ze dus maar eens uitgeprobeerd of catechol-achtige sideroforen zoals quercetine, luteoline en myricetine óók binden aan Bos d 5. Dat blijken ze inderdaad te doen, en zelfs zo enthousiast dat Bos d 5 mét ijzer (‘holo-Bos d 5’) min of meer de natuurlijke vorm lijkt te .

En de volgende ontdekking was dat alleen Bos d 5 zónder ijzer (‘apo-Bos d 5’) het menselijke immuunsysteem triggert. Terwijl Holo-Bos d 5 volkomen onschadelijk lijkt.

Daarmee zou het probleem ‘koemelkallergie’ dus in principe moeten zijn opgelost: zorg gewoon dat koeien hun melk voorzien van voldoende ijzer én van de bijbehorende sideroforen. De volgende vraag is uiteraard waarom de dames dat niet altijd uit eigen beweging doen.

Volgens de Oostenrijkers zou het kunnen liggen aan infecties door bacteriën die ijzer onttrekken aan de stofwisseling van de koe. Het staat er niet bij maar mogelijk krijg je al problemen als een klein deel van de veestapel er last van heeft: alle melk gaat immers in dezelfde tank en vermoedelijk heb je voor een allergische reactie niet zo’n heel hoog percentage apo-Bos d 5 nodig.

Er zijn trouwens ook aanwijzingen dat pasteuriseren het ijzergehalte van melk doet afnemen, wellicht omdat ijzerhoudende eiwitten worden gedenatureerd.

Maar het meest waarschijnlijk is dat het aan het voer ligt. Gras bevat meer sideroforen, zoals flavonoïden en polyfenolen, dan het gemiddelde kuilvoer. Bewijzen kunnen de auteurs het nog niet maar tussen de regels suggereren ze dat ‘organisch boeren’, waarbij je de koeien zo veel mogelijk buiten laat grazen, dus wel beter zal zijn.

Kan geen kwaad het te proberen.

bron: Vetmeduni Vienna

Onderwerpen