Discussie over eerlijkheid paardenrennen kan beginnen

Mensen en paarden lijken genetisch meer op elkaar dan gedacht. Dat blijkt uit de gedetailleerde genenkaart van Equus caballus, die zojuist verschenen in Science.

In een persbericht van de University of California (Davis) wordt voorspeld dat vooral paardenfokkers hier hun voordeel mee gaan doen. Alleen al in de VS is die branche goed voor een jaaromzet van 39 miljard dollar. En uiteraard wil iedereen weten met welke genetische trekjes je moet doorfokken om een paard harder te laten lopen.

De door het International Horse Genome Project samengestelde genenkaart bestaat voornamelijk uit het DNA van een volbloed merrie genaamd Twilight, woonachtig op een boerderij van Cornell University. Maar de onderzoekers hebben meteen een vergelijking gemaakt met het DNA van een hele reeks andere paardenrassen, in de hoop de oorzaak te achterhalen van bepaalde ziektes die alleen bij bepaalde rassen voorkomen.

Genoemd wordt bijvoorbeeld ‘Appaloosa spotting’, een patroon van witte vlekken dat vaak samengaat met nachtblindheid. Duidelijk is nu al dat van de één miljoen puntmutaties (SNP’s) die bij de verschillende rassen zijn aangetroffen, er slechts 42 iets met die nachtblindheid te maken kunnen hebben. Twee daarvan zitten vlak bij een gen dat de pigmentering van de haren regelt, en dat is vast geen toeval.

Die nachtblindheid is een van de minstens 90 erfelijke afwijkingen die zowel bij paarden als bij mensen voorkomen. Het paardenonderzoek kan wellicht uitwijzen hoe deze aandoening bij de mens werkt.

Er zijn meer overeenkomsten. Van de 32 chromosomenparen van het paard komen er 17 (dus meer dan de helft) qua genenvolgorde overeen met menselijke chromosomen. Dat betekent dat er bij beide soorten verhoudingsgewijs weinig genen van het ene naar het andere chromosoom zijn overgesprongen. Tussen bijvoorbeeld mens en hond is het verschil veel groter: nog iet eenderde van de chromosomen komt overeen.

Opvallend was ook dat op paardenchromosoom nummer 11 een aanleg is gevonden voor een nieuw, evolutionair nog onrijp centromeer. Zulke centromeren zijn essentieel voor de celdeling, en men hoopt nu te kunnen ontdekken hoe ze tijdens de evolutie zijn ontstaan.

bron: UC Davis, Broad Institute

Onderwerpen