E-sigaretten zijn mogelijk veel slechter voor de gezondheid dan de verkopers willen doen geloven. Op plekken waar kinderen kunnen meeroken moet je ze zéker niet gebruiken, waarschuwt het RIVM in een zojuist gepubliceerde factsheet.

In het Algemeen Dagblad laat staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) weten ‘de waarschuwingen serieus te nemen’. Hij wil vooral meer informatie op de etiketten, zodat consumenten weten waar ze aan toe zijn. Bovendien wil hij dat het RIVM verder onderzoek doet om vast te stellen hoe groot de gevaren nu precies zijn, want voorlopig zijn daar eigenlijk nauwelijks harde gegevens over.

De ‘e-sigaret’ wordt sinds een paar jaar aangeprezen als alternatief voor de echte. In plaats van tabak bevat hij een oplossing van nicotine en/of andere stoffen, die door een elektrisch verwarmingselementje wordt verdampt. Dat elementje slaat alleen aan op het moment dat je aan de e-sigaret zuigt.

Op papier is die damp minder ongezond dan sigarettenrook, omat je teer en andere verbrandingsproducten van de tabak mist. Ook mag je ze in principe overal gebruiken omdat de huidige wettelijke rookverboden alleen gelden voor tabak. Tot slot zijn veel e-sigaretten hervulbaar, wat het reclameverhaal ook nog een ‘groen’ tintje geeft.

Wat er vaak niet bij wordt vermeld is dat de nicotine in zo’n e-sigaret net zo verslavend is als die in tabak, en tussen de regels door wordt gesuggereerd dat niet alle rokers intelligent genoeg zijn om dat uit zichzelf te begrijpen.

Erger dan die nicotine is wellicht wat er nog meer in de vullingen van die sigaretten zit. Het RIVM-factsheet doet vermoeden dat veel fabrikanten maar wat doen, en weinig oog hebben voor onzuiverheden.

De belangrijkste component is het oplosmiddel: gewoonlijk propyleenglycol of glycerol. Over de schadelijkheid daarvan heeft het RIVM maar een paar publicaties kunnen vinden. Zo is niets bekend over de effecten van glyceroldamp op mensen, al is bij ratten squameuze metaplasie van de epiglottis vastgesteld. Van propyleenglycol is bekend dat het bij mensen de luchtwegen irriteert; bij ratten bleek de schade soms zelfs onomkeerbaar. Bovendien is het oplosmiddel soms verontreinigd met diëthyleenglycol, dat zéker giftig is voor mensen.

Ook lijken bij de extractie van nicotine uit tabak ook andere stoffen mee te komen. Het RIVM citeert uit een onderzoek waarbij men anatabine, anabasine, nornicotine, beta-nicotyrine, N-oxide, cotinine en myosmine aantrof, plus sporen van kankerverwekkende nitrosamines zoals 4-(methylnitrosoamino)-1-(3-pyridyl)-1-butanon (NNK) en N-nitrosonornicotine.

Ook wordt het verwarmingselement heet genoeg (gesproken wordt van maximaal 250 graden Celsius) om carcinogene afbraakproducten te genereren zoals formaldehyde, acetaldehyde en acroleïne.

Dat veel e-sigaretgebruikers blijken te klagen over mond- en keelirritatie, droge hoest , duizeligheid en misselijkheid, terwijl ze hoopten daar juist áf te zijn door geen gewone sigaretten meer te roken, is dus wellicht niet zo’n wonder.

En de e-sigaret mag dan zelf niet naar buiten toe walmen, de gebruiker ademt een deel van de schadelijke stoffen wel degelijk uit. Vandaar de raad om ook niet te e-roken in aanwezigheid van zwangere vrouwen - vooral niet als in de sigaret een nicotinehoudende patroon zit.

bron: RIVM, AD

Onderwerpen