Was de Ronde van Frankrijk een Tour de Cera? En waarom duurde het zo lang voordat het uitkwam?

Methoxypolyethyleenglycolepoëtine beta, zo heet het voluit. Het werkt als continue erythropoëtinereceptor-activator, afgekort cera.

Het Zwitserse Roche verkoopt het onder de naam Mircera, om bloedarmoede te bestrijden bij chronische nierpatiënten. En je gaat er harder van fietsen.

Tijdens de Ronde van Frankrijk werden voor het eerst drie renners positief getest op deze ‘derdegeneratie-epo’. En dat was pas het begin. Eind september had het Franse dopinglab in Châtenay-Malabry onder de knie hoe je iso-elektrofocussering, een vorm van elektroforese die wordt gebruikt om epo in urine aan te tonen, ook kunt loslaten op bloedmonsters. Tweevoudig etappewinnaar Stefan Schumacher viel alsnog door de mand, net als bolletjestruidrager Bernhard Kohl. Het Internationaal Olympisch Comité wil nu ook de in Beijing verzamelde bloedmonsters op cera laten testen.

GEPEGYLEERD

Cera lijkt sterk op het natuurlijke hormoon erythropoëtine (epo) en het biotechnologische preparaat epoëtine (epo 2.0). Het verschil is dat aan een lysinebouwsteen van het eiwit een lange polyethyleenglycolketen is gekoppeld. Het gevolg is dat een cera-injectie drie tot vier weken blijft werken. “De staart maakt het molecuul te groot om te worden gefiltreerd door de nieren”, zo legt de Leuvense hematoloog prof. Marc Boogaerts uit. PEGylering wordt vaker toegepast, bijvoorbeeld om de werkingsduur van interferon of morfine te verlengen. Maar niet alleen medisch gezien is het een verbetering. “Je spuit het in voor je vertrekt en je profiteert de hele Ronde zonder dat je flesjes en spuiten moet meesmokkelen”, zo vatte Boogaerts het samen in de Vlaamse media.

Dat cera nauwelijks in de urine terechtkomt, maakt het tevens lastig aantoonbaar. Boogaerts vermoedt dat de dopingcontrole jarenlang letterlijk ‘achter het net’ heeft gevist. “Mircera is pas in augustus 2007 in Nederland toegelaten. Daarvóór hebben wij het niet waargenomen en ook niet kúnnen waarnemen”, bevestigt Herman Ram, directeur van de Nederlandse Dopingautoriteit. Hij heeft echter ook nooit geruchten opgevangen dat er toen al cera werd gebruikt.

RACE TEGEN DE KLOK

Toen duidelijk was dat cera een probleem kon worden, zijn in allerijl tests ontwikkeld. Roche bleek volop bereid om de nodige gegevens aan te leveren (een uitzondering in de dopingwereld, volgens Ram) en mede daardoor kwam nog vóór de Ronde een urinetest klaar. Alleen konden slechts twee labs erover beschikken, en is het de vraag of de detectielimiet laag genoeg is. Niet voor niets vond de betrapte renner Riccardo Riccò het nogal vreemd dat slechts twee van zijn tien urinemonsters positief werden bevonden.

Het hoofd van de antidopingorganisatie WADA, John Fahey, beweerde dat hij Roche zover had gekregen om een moleculaire marker bij de Mircera te doen.

Maar een woordvoerder van Roche deed dat prompt af als een broodje aap. Zoiets kán helemaal niet. “Onze medicijnen moeten loepzuiver zijn.”

BLOEDMONSTERS

In bloed zou cera gemakkelijker moeten zijn aan te tonen. Dát analyseprotocol is nu dus ook klaar, al beschikken voorlopig alleen Châtenay-Malabry en het dopinglab in Lausanne erover. En nu is het voor de gebruikers erg jammer dat cera zo lang in het lichaam blijft zitten. Als er voor of tijdens de Ronde of de Spelen één keer een bloedmonster is genomen, dan hangen ze.

Volgens Boogaerts gaat het weinig helpen. De vierdegeneratie-epo komt er al aan: hematide, een product van het Amerikaanse Affymax, dat moleculair sterk afwijkt van eerdere varianten. Het zit nog in de klinische testfase, maar dat maakt het risico op misbruik alleen maar groter: “Zeker in landen waar men iets losser met de moraal omspringt, verdwenen er al eens een paar dozen spoorloos om weer op te duiken bij de Fuentessen van deze wereld.”

Bron: C2W20, 25 oktober 2008

Onderwerpen