Aan Stanford University is een manier ontwikkeld om volwassen vetcellen te herprogrammeren tot embryonale stamcellen zonder dat je een virus nodig hebt als drager. Volgens de bedenkers is het zó veilig dat goedkeuring door de FDA, gevolgd door wereldwijde toepassing in de geneeskunde, slechts een kwestie van tijd is.

Hun verhaal is zojuist online gezet door het tijdschrift Nature Methods dat eerder ‘induced pluripotency’, oftewel het herprogrammeren in het algemeen, uitriep tot methode van het jaar 2009.

 

Een paar jaar geleden werd ontdekt dat herprogrammering mogelijk is door in een volwassen cel vier extra genen tot expressie te brengen. Maar de tot nu toe gebruikte methodes, met een virus of een bacterieel plasmide als drager, zijn enigszins link voor de patiënt.

 

Op Stanford zijn ze nu op het idee gekomen om ‘minicirkeltjes’ van DNA te maken. Ze lijken op plasmiden, maar ze bestaan in het beste geval alleen uit de vier benodigde genen plus een GFP-gen om hun aanwezigheid zichtbaar te kunnen maken. Volgens de bedenkers komen ze gemakkelijker naar binnen omdat ze kleiner zijn, en is de kans geringer dat het immuunsysteem ingrijpt.

 

Bovendien dupliceren de minicirkels zichzelf niet, en sterven ze dus vanzelf uit naarmate de behandelde cellen zich verder delen. Dat zie je vanzelf aan het wegvallen van de GFP-fluorescentie.

 

De eerste proeven laten zien dat de herprogrammering van een vetcelkweekje inderdaad werkt, in elk geval in een petrischaaltje.

 

Laatste auteur Joseph Wu heeft een leuke toepassing in gedachten: vetcellen van hartpatiënten herprogrammeren tot stamcellen, die laten uitgroeien tot hartweefsel, en dan in vitro kijken hoe je die het beste kunt behandelen. Waarbij moet worden aangetekend dat Wu zelf geen geneticus is, maar cardioloog. Hij kwam op het idee tijdens een lezing van collega-auteur Mark Kay, de bedenker van de minicirkels, die zich in een persbericht nu hardop afvraagt waarom hij hier niet eerder aan heeft gedacht.

 

bron: Stanford

Onderwerpen