Deoxygalzuur.

Dat obesitas de kans op leverkanker verhoogt, ligt aan het metabolisme van bepaalde darmbacteriën. In elk geval werkt het bij muizen zo, ontdekten Japanse onderzoekers tot hun stomme verbazing.

In Nature melden ze dat het gaat om Gram-positieve bacteriën die galzuren omzetten in DCA oftewel deoxygalzuur. Die stof kan DNA beschadigen. Cellen waarin dat gebeurt worden senescent: ze delen zich niet meer en raken in een soort winterslaap. In die toestand scheiden ze een typische cocktail uit van cytokines, chemokines en proteases, bedoeld om de cel definitief te laten afsterven en de resten op te ruimen.Die stoffen hebben echter als bijwerking dat ze ontstekingen en het ontstaan van tumoren kunnen bevorderen.

Dat het in dit geval specifiek tot leverkanker leidt, komt doordat de lever het eerste orgaan is waarin de door de bacteriën in de bloedbaan gepompte DCA terecht komt. En dat het samengaat met obesitas, komt kennelijk doordat die bacteriën erg goed gedijen op een vetrijk dieet.

Normaal gesproken is het effect niet zo sterk. Bij verder gezonde muizen konden de Japanners geen statistisch significant verband vinden tussen obesitas en leverkanker. Maar dat veranderde toen ze de muizen kort na de geboorte voorbehandelden met 7,12-dimethylbenz(a)antraceen (DMBA), een sterk carcinogene stof. Als je ze dán vetmestte, hadden ze na 30 weken allemaal leverkanker. Bij muizen die mager werden gehouden, was maar 5 procent van de levers aangetast.

Met vloeistofchromatografie (LC/MS) kon worden aangetoond dat de obese muizen inderdaad veel meer DCA in hun bloed hadden. En proefjes met ge-muizen waarvan de senescente cellen licht gaan geven, bevestigden het vermoeden dat de levers van obese muizen daar inderdaad vol mee zitten.

Het was zelfs zo dat je de kans op leverkanker weer kon verkleinen door met antibiotica de darmflora uit te moorden.

Bij mensen zit het metabolisme van galzuren net iets anders in elkaar dan bij muizen. Maar de Japanners hebben sterke aanwijzingen dat DCA ook bij ons wel eens een belangrijke rol zou kunnen spelen.

bron: Nature

Onderwerpen