Om metaalcomplexen doelgericht in te zetten tegen tumoren moet je ze verpakken in liganden die er onder een lamp vanzelf van af vallen. Zo krijg je veel minder bijwerkingen dan met het huidige cisplatina, denkt Ernst Glazer, van de University of Kentucky.

Dat cisplatina doodt cellen door hun DNA te crosslinken. Als chemokuur is het tamelijk populair maar het heeft het nadeel dat het ook gezonde cellen treft. Vandaar dat de bijwerkingen vaak zeer heftig zijn.

In JACS beschrijft Glazer nu een methode om rutheniumkernen in te pakken in drie 2, 2’-bipyridineliganden. Elk ligand heeft twee zesringen. In totaal heb je dus zes van die ringen, die samen een octaëdervormig complex vormen dat het ruthenium effectief afschermt van de buitenwereld.

In het donker zijn zulke liganden stabiel, maar onder invloed van zichtbaar licht hebben ze de neiging om los te raken. Glazer helpt ze daarbij een handje door één van de drie te voorzien van een paar extra zijtakjes of een extra ring (zie afbeelding). Die toevoegingen introduceren mechanische spanningen in de octaëder, met als gevolg dat deze ligand er als eerste uit vliegt.

De combinatie van ruthenium met de resterende twee liganden heeft vervolgens dezelfde uitwerking op DNA als cisplatina.

Glazer heeft het uitgeprobeerd met kankercellen in vitro. Onder een blauwgroene lamp bleken de complexen 200 keer zo toxisch als in het donker, en een factor 3 reactiever dan cisplatina.

Probleem is dat ddt blauwgroene licht nauwelijks door weefsel heen dringt,zodat je er geen tumor mee kan bestralen. De volgende stap is dan ook om deze complexen gevoelig te maken voor infraroodstraling. Ook is überhaupt nog niet uitgeprobeerd wat er gebeurt als je levende proefdieren (of mensen) zo’n rutheniumcomplex toedient.

bron: C&EN

Onderwerpen