Gemodificeerde plant produceert itaconzuur als grondstof

Wageningse onderzoekers hebben aardappelplanten dusdanig gemodificeerd dat ze itaconzuur gaan produceren. Dat opent nieuwe mogelijkheden om petrochemie te vervangen door biotechnologie, zo meldt Wageningen UR in een persbericht.

Itaconzuur (methyleenbarnsteenzuur) is op zich niet echt nuttig. De moleculaire structuur is echter te gebruiken als uitgangspunt voor tal van producten waar wél een grote markt voor is, zoals coatings, bouwmaterialen en monomeren voor hoogwaardige kunststoffen.

Onderzoekers van de leerstoelgroep Microbiologie en het onderzoeksinstituut Plant Research International gingen uit van Aspergillus terreus, een schimmel die van nature itaconzuur produceert. Industriële productie van itaconzuur door schimmels is wel mogelijk (A. terreus is niet voor niets familie van A. niger, de ‘huisschimmel’ van DSM) maar te duur om op grote schaal toe te passen. Volgens WUR wordt wereldwijd minder dan 10.000 ton per jaar geproduceerd.

De onderzoekers isoleerden dus de genetische code voor de productie van itaconzuur uit de schimmel en plaatsten die over naar aardappelplanten. Die bleken toen inderdaad in staat om itaconzuur te maken.

Het persbericht bevat een filmpje waarin het hele verhaal nog eens op lagereschoolniveau wordt uitgelegd.

Onderzocht wordt nog in welk deel van de plant de productie het beste functioneert. Op het eerste gezicht komen de extra genen beter tot expressie in de knollen dan in de bladeren. Maar het is ook nog niet duidelijk hoe je het itaconzuur er achteraf het beste uit kunt halen, en bij welk deel van de plant dat het eenvoudigste is.

bron: WUR

Onderwerpen