Bewijs geleverd: CO2 laat schelpen krimpen

De stijgende CO2-concentratie in de atmosfeer dreigt bepaalde soorten oesters definitief de das om te doen. Oplossend CO2 verlaagt de pH van het zeewater en daardoor groeien de schelpen minder snel, zo melden onderzoekers van het Smithsonian Environmental Research Center in Edgewater (Maryland) in PLoS ONE.

Het probleem is dat oesterschelpen bestaan uit calciumcarbonaat en dat de beschikbaarheid van carbonaationen afhankelijk is van de zuurgraad. Vermoed wordt dat de larven het meest gevoelig zijn voor een te lage pH: hun schelp bestaaat vooral uit aragonietkristallen, terwijl volwassen oesters calciet genereren dat wat minder gemakkelijk erodeert.

De onderzoekers kweekten dus oesterlarven in zeewater waarvan het gehalte aan opgelost CO2 kunstmatig werd geregeld. Er werden vier concentraties uitgeprobeerd: die van vóór de industriële revolutie, die van nu, en de hoeveelheden die voor de komende 50 en 100 jaar worden voorspeld.

In het voor het jaar 2100 voorspelde water bleken de larven van de Atlantische oester (Crassostrea virginica) inderdaad 16 procent minder schaaloppervlak te kweken. De hoeveelheid calcium in de schelpen was zelfs 42 procent lager dan in het pre-industriële water. Deze oestersoort is al zeldzaam geworden door overbevissing en de onderzoekers vrezen dat een lagere pH haar het definitieve zetje zal geven.

Opvallend genoeg hadden de larven van de Chinese oestersoort Crassostrea ariakensis er helemaal geen last van. Mogelijk zijn die geëvolueerd op een plek waar het zeewater wat minder goed was gebufferd.

Met de Europese oester (Ostrea edulis) en de in Nederland zeer algemene Japanse oester (Crassostrea gigas) zijn nog geen proeven gedaan.

bron: PLoS

Onderwerpen