Het is al heel lang een uitdaging: een eenduidige standaard voor het bepalen van het vezelgehalte in voeding. Huidige methodes zijn divers en voor sommige types vezels niet afdoende, wat resulteert in verschillende interpretatie tussen producenten en landen. Een nieuwe standaard moet daar een eind aan maken.

fibre

Voedingsvezels zijn chemische verbindingen – waaronder lignine, cellulose en sommige polysachariden – die we als mensen niet kunnen verteren. Meestal zijn ze afkomstig uit planten, waar ze bijdragen aan de structuur. Vezels zorgen onder meer voor een verzadigingsgevoel en dragen bij aan een gezonde balans van bacteriën in de darm.

De Codex Alimentarius, opgericht in 1963 door de WHO en de VN, overziet standaarden in de voedingsindustrie en nomineerde de nieuwe analysemethode onlangs als internationale standaard. Volgens Eurofins, een internationaal opererend bedrijf dat laboratoriumdiensten levert aan onder meer de voedingsindustrie en dat bijdroeg aan de ontwikkeling van de standaard, is dit belangrijk omdat het zorgt voor correcte en eenduidige weergave van de energie-inhoud en vezelgehalte van een product. De claim ‘rijk aan vezels’ krijgt zo meetbare, kwantitatieve betekenis. De nieuwe methode is nauwkeuriger en toepasbaar op vrijwel alle productgroepen, aldus Eurofins.

 

Onderwerpen