Chemici imiteren lokstof van ongewenst knaagdier

Amerikaanse chemici hebben de samenstelling ontrafeld van de geurstof, die uit de anale klieren van beverratten komt. Ze willen hem nu namaken teneinde de dieren gemakkelijker in de val te kunnen lokken.

De beverrat (nutria, Myocastor coypus) is een uit de kluiten gewassen knaagdier uit Zuid-Amerika. In de vorige eeuw hebben bontfokkers ze in andere werelddelen geïntroduceerd. Een paar wisten te ontsnappen en groeiden hier en daar uit tot een ware plaag. Ze vreten de wortels van moerasvegetatie aan en brengen daardoor grote schade toe aan sommige ecosystemen. En omdat een vrouwtjesbeverrat enkele tientallen jongen per jaar kan werpen, is de populatie nauwelijks in de hand te houden.

Onder leiding van prof. Athula Attygalle (Stevens Institute of Technology, Hoboken, New Jersey) is de geurstof nu geanalyseerd met gaschromatografie en massaspectrometrie. Er werden diverse vluchtige componenten in aangetroffen, waronder terpenoïden, alcoholen, vetzuren en een paar vetzuuresters.

De belangrijkste terpenoïden blijken (E,E)-farnesol en farnesylesters te zijn. Van farnesol bestaan drie andere isomeren die met massaspectrometrie moeilijk uit elkaar zijn te houden. Met een goede bibliotheek van referentiespectra en software van de MS-leveranciers Agilent en Shimadzu bleek het verschil toch zichtbaar.

Attygalle hoopt dat het nu mogelijkk wordt om beverratten selectief te bestrijden, in plaats dat je met gif moet strooien dat ook andere diersoorten fataal wordt.

bron: Stevens Institute of Technology

Onderwerpen