Nagemaakte eiwitten uit de zuignaptandjes van een inktvis kunnen thermoplastische polymeren op aardoliebasis vervangen. Je kunt er bijvoorbeeld een 3D-printer mee voeden, suggereert het omslagartikel van Advanced Functional Materials.

Die tandjes zitten als een krans rond de zuignappen, en zorgen dat de armen van een inktvis zich letterlijk in een prooi kunnen vastbijten. Al eerder werd duidelijk dat ze geheel uit eiwitten zijn opgebouwd maar dat ze, zeer ongebruikelijk voor eiwitten, thermoplastisch zijn. Bij verhitting smelten ze en bij afkoeling stolt het materiaal weer, net zoals een plastic koffiebekertje.

Bekend was ook al dat er minstens enkele tientallen verschillende eiwitten in zo’n tand verwerkt zitten.

Van een zestal inktvissoorten zijn de genetische codes inmiddels bekend, en Melik Demirel en collega’s van Penn State University hebben nu geprobeerd zo veel mogelijk eiwitten uit de tandjes van de Europese pijlinktvis Loligo vulgaris afzonderlijk na te maken. Zo ontdekten ze dat die eiwitten lang niet allemáál thermoplastisch zijn maar dat er een paar tussen zitten die heel stabiel plastic-achtig gedrag vertonen.

Het kleinste eiwit dat er tussen zit, valt ook binnen die categorie. De code voor dit eiwit is nu overgezet naar E.coli in een bioreactor, en dus kan de wetenschap voor het eerst grote hoeveelheden van dit eiwit in handen krijgen zonder te blijven zitten met een onverkoopbare berg calamari.

Inmiddels is duidelijk dat het eiwit semikristallijn is, een zeer hoge treksterkte heeft en zelfs op natte oppervlakken blijft plakken. Waar je het precies allemaal voor kunt gebruiken moet nog worden uitgezocht, maar de onderzoekers spreken nu al de verwachting uit dat eiwitplastics kunnen uitgroeien tot een alternatief voor het topsegment van de technische-kunststoffenmarkt - al dan niet zonbder die inktvissengenen nog een beetje te modificeren.

bron: Penn State