De drempel om hulp te zoeken als het tegenzit is voor veel studenten nog steeds erg hoog. Terwijl er zoveel support voorhanden is. ‘Je bent niet de eerste en je gaat ook niet de laatste zijn.’  

En dan is het zover. Je dagen als scholier zijn voorbij, je bent student. Nu wordt alles anders. Een nieuwe locatie, nieuwe mensen, heel andere onderwijsvormen en voor sommigen een geheel nieuwe woonplaats. Vol goede moed begin je aan je nieuwe leven. Dat kan allemaal soepel gaan, maar het kan ook heel goed zijn dat er op een moment een kink in de kabel komt. Je raakt om wat voor reden dan ook in de knel, en opeens ziet het er een stuk minder zonnig uit. Je studieresultaten blijven achter en je weet even niet meer hoe het verder moet.  

Het overkwam Maarten. Hij raakte in zijn eerste jaar van zijn studie chemie verwikkeld in een financieel conflict met zijn moeder en dat had grote impact. ‘Ik had recht op een studiebeurs, maar die moest ik afstaan, terwijl die werd niet besteed aan mijn studiekosten. Daardoor moest ik onverwacht alles zelf betalen.’ Door de noodzaak om veel bij te verdienen, raakte hij in het tweede semester in de problemen met zijn studie. ‘Ik heb toen besloten om bij mijn vader te gaan wonen, maar dat betekende dat ik iedere dag vijf uur moest pendelen naar de universiteit en terug. Ik moest heel vroeg op, was laat thuis en moest dan nog studeren.’

Dat eiste zijn tol: Maarten raakte overmoeid en de stress sloeg toe. Met als gevolg dat hij aan eind van zijn eerste jaar slechts een kwart van zijn examens had gehaald. Na een zomer vol hard werken om alles te bekostigen, maar ook gevuld met herkansingen had hij 55% gehaald. Hij mocht verder met zijn studie, maar vroeg zich serieus af hoe hij dit in het tweede jaar moest volhouden. Hij besloot met de studietrajectbegeleiding te gaan praten.  

Doorverwijzen 

Een verstandig besluit, want maar al te vaak durven studenten de stap om hulp te zoeken niet aan, zo ziet Mariska Hendrickx, studietrajectbegeleider bij de Faculteit Wetenschappen van de UAntwerpen. ‘Er heerst nog altijd het beeld dat je het allemaal alleen moet doen en dat hulp vragen betekent dat je het niet zelf hebt geprobeerd. Maar hoe langer je wacht, hoe groter de problemen worden.’ Dat betekent overigens niet dat een studietrajectbegeleider meteen alles oplost. ‘Ik ben het eerste aanspreekpunt voor studenten die obstakels ervaren tijdens hun studie. Studenten kunnen met van alles bij mij terecht, maar ik kan niet alle problemen oplossen’, aldus Hendrickx.

‘Hoe langer je wacht, hoe groter de problemen worden’

Mariska Hendrickx, studietrajectbegeleider UAntwerpen 

‘Het is mijn taak om de hulpvraag helder te krijgen. Wat is er precies aan de hand? Dan kan ik verder doorverwijzen binnen de universiteit, want er zijn tal van gespecialiseerde diensten die specifieke hulp kunnen bieden.’ In haar dagelijkse werk ziet ze studenten met zeer uiteenlopende problemen voorbijkomen. Ze benadrukt dan ook dat je echt niet bang hoeft te zijn dat je de enige bent die ergens tegenaan loopt. ‘Je bent niet de eerste en je gaat ook niet de laatste zijn. Er is niemand die niet ergens op het traject van lagere school tot doctoraat een keer hulp heeft gehad.’  

Activiteiten 

Wat betreft het type problemen waarvoor studenten bij haar aankloppen kan Hendrickx geen rangorde geven. ‘Dat is echt heel breed. Het kan studiegerelateerd zijn, dus studenten die kampen met een bepaald vak of die vastlopen met hun planning. De problemen kunnen ook familiegerelateerd zijn. Er is een overlijden of iemand wordt ernstig ziek. Of de ouders gaan scheiden en de student moet middenin de examenperiode opeens verhuizen. En dan zijn er ook studenten met mentale problemen; ze zitten niet goed in vel, zijn heel moe, kampen met depressieve gevoelens en ze kunnen niet meer. Vaak zie je ook wel een overlap tussen de problemen.’

Na de covid-periode verschenen er veel berichten over een toename van mentale problemen onder studenten. Hendrickx: ‘Ik weet niet of studenten nu meer problemen hebben dan vroeger, maar we zien wel dat het makkelijker is geworden om mentale problemen te bespreken.’ Wat zij meer ziet is dat studenten die tijdens de lockdowns begonnen met studeren en dus noodgewongen thuis moesten blijven nog steeds minder makkelijk te bewegen zijn om ‘uit hun kot’ te komen. ‘Ze zijn moeilijker om naar de lessen te trekken en mee te doen met activiteiten. Bij de nieuwere generaties studenten heb ik de indruk dat dit alweer iets makkelijker wordt.’ 

Stimuleren 

Met Maarten is het ondanks de zware start uiteindelijk goedgekomen. Hij heeft, met enige vertraging, zijn bachelor en master afgerond. Gedurende zijn studietijd is hij ook altijd actief geweest als studentenvertegenwoordiger op diverse niveaus binnen de universiteit. ‘Er is me vaak gevraagd waarom ik al dat extra werk ook nog op me nam, maar ik wilde dit echt doen. Ik vind dat engagement belangrijk en het heeft mij ook echt heel veel geleerd.’

Terugkijkend raadt hij iedereen aan om snel bij de studietrajectbegeleiding langs te gaan als het niet lekker gaat. ‘Ze zijn heel open en ik kon altijd aankloppen. De studietrajectbegeleider kijkt in de eerste plaats naar jou als persoon en zal je stimuleren om er zelf uit te komen. Een docent zal sneller kijken of je het wel kan, maar dat is niet altijd behulpzaam.’ Hendrickx benadrukt nog dat ze er juist is voor de studenten. ‘Elke onderwijsinstelling heeft iemand met mijn job. Dat laatste is belangrijk, want het is dus mijn job. Je stoort me niet als je met een vraag komt. Dat is precies waarvoor ik hier zit.’