Het kan altijd cynischer, denkt hoofdredacteur Esther Thole nu blijkt dat omkoping van editors de nieuwste manier is om papers te publiceren. 

Als iets ‘nog door de papiermolen moet’ betekent dat meestal een hoop vertraging en bureaucratische rompslomp. In de wereld van de wetenschappelijke literatuur houden heel andere papiermolens de gemoederen flink bezig. Ik heb het natuurlijk over de beruchte paper mills: commerciële entiteiten die ‘wetenschappelijke’ publicaties en ‘auteurschap’ te koop aanbieden. Via schimmige Facebookgroepen worden kant-en-klare papers - plagiaat, vol baggerdata of compleet gefabuleerd; de keuze is reuze - aangeboden, alleen de auteurs ontbreken nog. Voor een zacht prijsje kan jouw naam daar staan.

Superhandig natuurlijk, maar ho ho, hoe weet ik dan of dit baanbrekende artikel ook echt wordt gepubliceerd? Geen paniek, de paper mills ontzorgen je ook dat punt, want hun papers komen met 100% publicatiegarantie. Hoe dat kan? Heel simpel: omkoping. Geschat wordt dat er in de paper mill-industrie jaarbasis tientallen miljoenen omgaan, dus deze molens hebben diepe zakken. Speurwerk van Retraction Watch, Science en enkele onderzoekers die in hun vrije tijd wetenschapsfraude najagen, laat zien dat paper mills gewoon geld bieden aan editors om zeker te zijn van publicatie.

‘Hun papers komen met 100% publicatiegarantie’ 

Ook deze ‘handel’ vindt plaats via Facebookgroepen, waar in alle openheid actief wordt gezocht naar editors die voor een leuk bedrag, denk in de orde van $20.000, even niet moeilijk doen over vervelende zaken als kwaliteit en betrouwbaarheid. Vooral guest editors van Special Issues zijn een populair doelwit van de paper mills. En wie vanuit een hardnekkig superioriteitsgevoel denkt dat dit alleen speelt bij obscure titels van vage uitgevers in Verweggistan, think again. De paper mills en hun praktijken zijn ook actief ‘hier’, ‘bij ons’ in de chemie. Begin 2021 trok RSC Advances, een titel van de eerbiedwaardige Royal Society of Chemistry, 68 frauduleuze publicaties terug die afkomstig bleken van paper mils. Ook twee andere RSC-titels trokken papers in. Grote uitgevers als Wiley, van o.a. Angewandte Chemie en de ChemistryEurope titels, en Elsevier zijn ook geliefde doelwitten van paper mills.

Complete onderzoeksteams worden opgetuigd de nieuwste AI-tools ingezet om het kaf van het koren te scheiden. Science gaat bijvoorbeeld Proofig gebruiken om aangeleverd beeldmateriaal te controleren. Het zorgt voor een bizarre wapenwedloop. Met aan de ene kant partijen die met generatieve AI-tools als ChatGPT aan de lopende band griezelig authentiek ogende papers in elkaar zetten en publicatie afkopen en aan de andere kant de uitgevers die ook AI-tools en bakken personeel inzetten om die fake papers eruit te vissen.

Deze mallemolen is natuurlijk niet uit de lucht komen vallen. Publicaties zijn allang niet meer uitsluitend een nobel middel om onbaatzuchtig je inzichten en data te delen, zodat we er allemaal iets van leren. Publicaties zijn een middel om je carrière vooruit te helpen. Publish or perish. En om veel geld mee te verdienen. Niet alleen voor de paper mills, ook de bonafide wetenschappelijke uitgevers spinnen hier goed garen bij. De immense stroom nieuwe tijdschriften, de overvloed aan speciale uitgaven, de Open Access-fees. Publicaties zijn een commercieel aantrekkelijke, goed verhandelbare commodity geworden. Pay or perish is allang de nieuwe realiteit.