Ieder jaar beloont de KNCV de beste wo-scriptie met de Golden Master Award, gesponsord door EnzyTag. Hieronder een korte kennismaking met de drie finalisten van dit jaar: Renate Baarslag, Maartje van der Meer en Tarik Zahzah. De winnaar wordt bekendgemaakt tijdens de Avond van de Chemie op woensdag 15 oktober in Nijmegen.   

Renate Baarslag 

Renate-Baarslag-GMA2025

Beeld: Renate Baarslag

Inorganic Chemistry & Catalysis, Universiteit Utrecht 

Ina Vollmer / Adrian Hergesell  

‘Ik kreeg nogal “gekke” resultaten’ 

‘In de groep werken we aan nieuwe methoden om met inzet van mechanische krachten plastic te recyclen. Denk aan het gebruik van een kogelmolen waarbij je met schuddende keramische balletjes polypropyleen weer omzet in propeen. Ik heb specifiek gekeken naar het gebruik van coatings om de balletjes katalytisch actief voor hogere plastic-omzetting te maken. Dat was een interessant proces dat uiteindelijk mooi is afgerond, maar bij de start hadden we een heel ander idee over hoe we katalytische activiteit moesten verkrijgen. Ik kreeg nogal “gekke” resultaten en toen zijn we het vanuit een andere theoretische invalshoek gaan bekijken. We zagen dat de katalytische reactiviteit zit in de aanwezigheid van ongepaarde elektron-species op de coating. Daarvoor hebben we een hypothese voorgesteld en daar moet nu meer onderzoek naar worden gedaan. Het is nog een heel nieuw veld en er moet nog veel meer worden uitgezocht over wat er precies gebeurt op nano-niveau in die coating. Ik heb wel het gevoel dat ik iets heb bijgedragen over deze nieuwe vorm van reactiviteit en het heeft ook tot een JACS paper geleid. Ondertussen ben ik begonnen met een PhD-traject, ook in Utrecht bij de groep van Peter Ngene. Ik heb ervaren dat ik veel voldoening haal uit onderzoek doen.’  

 

Maartje van der Meer 

Maartje-van-der-Meer_GMA2025

Beeld: Maartje van der Meer

Chemical Engineering, TU Delft  

Optoelectronic Materials / Tom Savenije  

‘Maak je niet druk als je niet meteen resultaten hebt’ 

‘Ik heb gekeken naar de rol van additieven om de eigenschappen van narrow band tin-lood perovskieten te verbeteren. Tin oxideert snel en dat werkt ongunstig op de prestaties van deze perovskieten in bijvoorbeeld zonnepanelen. In mijn project heb ik onderzocht of additieven deze oxidatie tegengaan en ook hoe ze de elektronische, optische en structurele eigenschappen van de perovskiet-materialen beïnvloeden. Mijn resultaten zijn verwerkt in een paper dat inmiddels is ingediend, dus voor de wetenschap is er vast iets zinvols uitgekomen, maar ik betwijfel of er nog veel meer uit dit additieven-onderzoek is te halen. Vooral ook omdat ik nog heb gewerkt met spin-coating als techniek en de groep beweegt nu richting een nieuwe methode; thermal evaporation. Ik blijf in deze groep, ik ben begonnen met mijn PhD onderzoek, maar dan aan wide band perovskieten. Best een moeilijke keuze, want ik heb ook gekeken naar de mogelijkheden in het bedrijfsleven, maar die waren voor R&D-functies beperkt en minder aansprekend. Als je door wil in het onderzoek is de universiteit toch de aangewezen plek. Mijn tip voor afstudeerders; maak je niet druk als je niet meteen resultaten hebt. Je doet heel veel maar uiteindelijk komt er maar een klein deel, meestal uit de laatste twee maanden, in je verslag. Het is echt een proces.’ 

Tarik Zahzah 

Tarik-Zahzah

Beeld: Tarik Zahzah

Catalysis and Surface Chemistry, Universiteit Leiden 

Operando Research in Electrochemistry / Rik Mom  

‘Dit project was wel echt een struggle’  

‘In de groep was met X-ray absorptiespectropie geobserveerd dat als je in een elektrochemische cel iridiumoxide gebruikt als anodemateriaal in een alkalisch milieu en de positieve potentiaal gaat omhoog, dan worden de kationen sterker aangetrokken naar het reactieoppervlak, terwijl dat in een zuur milieu niet gebeurt. In mijn project heb ik gekeken of we met electrochemical impedance spectroscopy, EIS, meer inzicht kunnen krijgen over wat hier aan de hand is. Het idee was ook om uit te zoeken of je met deze techniek snel materialen kunt screenen om te zien of dit kation-effect ook optreedt bij andere metaaloxides. Ik heb gemeten aan Li+, Na+, K+ en Cs+. Onze hypothese was dat de hydration shell van de kationen een rol speelt en dat de kleinere kationen meer zijn “ingepakt” door watermoleculen en daardoor een lage diffusiecoëfficient hebben dan de grotere kationen. Dat bleek zo te zijn; Li+ bewoog veel langzamer dan Cs+. Dit project was echt wel een struggle, de techniek lijkt simpel en de metingen zijn dat ook, maar de analyse is ingewikkeld en het vinden van een geschikt model voor het fitten van de data was lastig. Ik kreeg  veel vrijheid om het zelf uit te zoeken en dat vind ik fijn, ik bijt me graag in iets vast en laat dan ook niet los. Toen het aanbod kwam om een PhD te doen in deze groep was dat een mooie kans. Ik vind het echt een uitdaging om een ingewikkeld vraagstuk op te lossen.’ 

 

Avond van de Chemie