Start-up AVIGI wil kankerbestrijding over een radicaal andere boeg gooien. Geboren uit fascinatie en gedreven door enthousiasme stoppen de mannen achter AVIGI hun energie in het remmen in plaats van het doden van kankercellen. ‘We leiden fundamentele kennis terug naar het brede publiek.’

‘Ik heb het altijd fascinerend gevonden dat je met de scheikundige kennis die je opdoet volledig nieuwe moleculen kunt maken die nog nooit in het universum zijn voorgekomen’, zegt Vincent Lit, oprichter van de Leidse start-up AVIGI. ‘Daardoor voelen de moleculen die je synthetiseert ook als je eigen creaties. Als je dan de kans ziet om daar op de lange termijn mensen mee te helpen en te genezen, dan vind ik dat je die niet moet laten liggen.’

Dat is in een notendop de reden waarom Lit samen met Gijs Ruijgrok – ‘een goeie chemicus met veel synthese-ervaring’ – en Arian Khoshchin – ‘iemand met veel businesservaring die de “andere kant” van de life sciences industrie kent’ – besloot zijn molecuul VL166 onder te brengen in een start-up die zich richt op het inhiberen van heparanase om kanker te bestrijden. Een andere reden was simpelweg dat ‘de compound werkte’, aldus Ruijgrok. ‘Er rolden mooie data uit de tests, en toen we een ERC Proof of Concept grant kregen en we mee hadden gedaan met de Venture Challenge, begon het balletje snel te rollen.’

‘In dierproeven zie je dat het verspreidingsproces zo wordt gestopt’

Vincent Lit

Andere kijk

De mannen van AVIGI onderscheiden zich omdat ze een heel andere kijk hebben op kanker, vervolgt Lit. ‘Vaak zie je een houding van, we gaan de tumor doden en dan het liefst zo hard mogelijk. Maar je ziet vervolgens dat kanker zich kan aanpassen met behulp van het enzym heparanase.’ Simpel gezegd breekt heparanase glycaanstructuren in de extracellulaire matrix van kankercellen af. Daarbij komen veel moleculen vrij die allerlei cascades in gang kunnen zetten met groei, therapieresistentie en metastase tot gevolg.

‘Wij hebben een heparanase-inhibitor ontwikkeld die dat enzym – en dus de kankeraanpassing – remt’, zegt Lit. ‘In dierproeven zie je dat het verspreidingsproces zo wordt gestopt. Combineer je dat met medicijnen die zich richten op het doden van de kankercellen, dan heb je een gouden combinatie in handen.’

‘Het is een vrij lange synthese van zo’n 19 opeenvolgende stappen en 27 in totaal’

Gijs Ruijgrok

Ruimte

Nu is het de vraag hoe AVIGI de kloof tussen laboratorium en industrie gaat overbruggen. De €350.000 financiering die de start-up in april via het UNIIQ-fonds kreeg zal zeker helpen. Lit: ‘Dat geeft ruimte om de wereld in te trekken en te kijken waar onze therapie het beste past. Heparanase wordt namelijk kankerbreed tot expressie gebracht, dus is het belangrijk om te kijken waar het beste effect optreedt.’ Een ander belangrijk aspect is kijken wat vervolginvesteerders willen zien, vervolgt de oprichter. ‘Die stoppen veel geld in dit soort projecten en je moet hen dus ook overtuigende data bieden. Het is dus echt zoeken naar de beste aanpak.’

‘Het is daarin belangrijk om te kijken naar welke data je als eerste wilt genereren om mensen te overtuigen dat dit werkt’, vult Ruijgrok aan. ‘Wil je liever meer effect zien in diermodellen? Of onderzoek je liever de toxiciteit en kinetiek van je molecuul?’

27 stappen

Verder gaan de ontwikkelingen snel. ‘Volgend jaar gaan we een nieuwe financieringsronde starten, dus dan ga je al snel richting miljoenen’, vertelt Lit. ‘Dat zou genoeg geld moeten opleveren om het molecuul aan te geven bij een Europese of Amerikaanse instantie voor drug discovery.’ Dat zal waarschijnlijk zo’n twee jaar in beslag nemen en dan beweegt AVIGI zich alweer richting klinische studies.

AVIGI picture

Beeld: Daniel Verkijk

Het AVIGI-team neemt de UNIIQ-financiering in ontvangst.V.l.n.r.: Gijs Ruijgrok, Vincent Lit, Arian Khoshchin

‘Ik denk dat we over vijf jaar aan het eind van onze fase I klinische studie kunnen zitten’, zegt Ruijgrok. ‘Dan is het zaak om op te schalen.’ Het team heeft daar al naar gekeken en ziet mogelijkheden. ‘Het is een vrij lange synthese van zo’n 19 opeenvolgende stappen en 27 in totaal’, legt Ruijgrok uit, ‘maar daarbij gebruiken we vrij goedkope building blocks voor het overgrote deel van de stappen en ronden we de synthese af op een GMP-gecertificeerde manier om de kosten te drukken. Dat kan ook met behulp van outsourcing van die building blocks binnen of buiten Europa.’

Als je de mogelijkheid hebt dat er iets uit je onderzoek komt dat kan bijdragen aan de maatschappij, dan moet je volgens Ruijgrok ook echt kijken of je daar invulling aan kunt geven. ‘Dat is een heel belangrijk aspect van fundamenteel onderzoek doen’, besluit hij. ‘Fundamentele kennis vergaren is heel goed, en dán moet er iemand zijn die het een stukje verder brengt waar dat kan, om het weer terug te geven aan het bredere publiek.’