Aan de concentratie van synthetische zoetstoffen in zwembadwater kun je het urinegehalte aflezen. En wat je dan meet is een prima argument voor een nieuwe publiekscampagne tegen wildplassen, blijkt uit een Canadese publicatie in Environmental Science & Technology Letters.

Om precies te zijn speuren Xing-Fang Li en collega’s van de University of Alberta naar E950 oftewel acesulfaam-K (ACE), ook bekend onder de namen Sunett en Sweet One. Die zoetstof geldt als een extreem stabiele vorm van persistente milieuvervuiling: mensen breken hem niet af, bacteriën ook niet, en hij is ook nog goed bestand tegen zuren, basen en hoge temperaturen. Bovendien lozen mensen hem via de urine en niet via de darmen.

ACE aantonen is geen routineklus voor analyselabs, omdat er weinig vraag naar is. Vandaar dat de Canadezen er zelf een high-throughputprotocol voor hebben ontwikkeld, op basis van hogedrukvloeistofchromatografie en tandem-massaspectrometrie; HPLC-MS/MS dus.

Daarnaast moet je weten hoeveel ACE er in urine zit. Dat hangt af van je dieet maar in zwembaden vind je een doorsnede van de mensheid, dus je kunt werken met een gemiddelde. De Canadezen hebben een aantal urinemonsters geanalyseerd met hun eigen protocol en kwamen uit op 2360 ng/ml. In China is ooit 4070 ng/ml gemeten, zodat in elk geval de grootte-orde lijkt te kloppen.

Bemonstering van 21 publieke zwembaden, één privézwembad en acht hot tubs, en vergelijking met het plaatselijke kraanwater, leerde dat zwemmers de ACE-concentratie in zo’n bad kunnen verhogen met een factor 500. Wat neerkomt op, pak ‘m beet, maximaal één liter urine op 10.000 liter water. In een Olympisch zwembad zou dat bijna 250 liter urine zijn.

Onbekend is hoeveel mensen zich schuldig maken aan plassen in het zwembad; tijdens een onderzoek gaf ooit 19 % van de respondenten aan het ooit wel eens gedaan te hebben, maar het is de vraag of de rest wel eerlijk was. De auteurs wijzen er nog eens op dat die urine kan reageren met chloorhoudende desinfectiemiddelen, en dat je dan stoffen krijgt als trichlooramine die de ogen en de luchtwegen irriteren.

bron: American Chemical Society