Pasgeboren muizen worden door een unieke mix van stoffen in moeders vruchtwater aangezet om voor het eerst een tepel op te zoeken. Welke stoffen het zijn blijft onduidelijk maar het kan niet anders werken, schrijven biologen van het Scripps-instituut in Current Biology.

Daarmee wijken muizen dus duidelijk af van konijnen, waarvan al langer bekend is dat het aan één feromoon in de melk ligt.

Lisa Stowers en collega’s deden hun ontdekking door systematisch alle mogelijke geurprikkels weg te nemen en te kijken of de muisjes nog aan de tiet wilden. De moedermelk en het speeksel van de moeder bleken er niet toe te doen. Maar als alle sporen van vruchtwater werden geëlimineerd, stierven de jonkies van uitdroging.

En toen ze vervolgens de componenten van het vruchtwater scheidden op basis van molecuulgewicht en de fracties afzonderlijk uitprobeerden om te kijken of daar het verwachte feromoon in zat, kwam de verrassing. De fracties deden het geen van allen. Dat betekende dus dat er meerdere essentiële stoffen moesten zijn, die over de fracties verspreid zaten.

Verder onderzoek leerde dat die stoffen ook geen feromonen konden zijn. Die werken immers onconditioneel: als je ze inademt, ben je de klos. Maar het vruchtwater wordt door de muisjes ook niet meer herkend wanneer je er extra geurstoffen aan toevoegt, zoals vanilline.

Stowers conclusie luidt dat muizen reageren op de totale samenstelling van het vruchtwater, die voor elke moedermuis uniek lijkt te zijn. De hersenen van de kleintjes leren dat mengsel vóór de geboorte automatisch kennen. Als ze het vlak nà de geboorte nogmaals ruiken, is dat het signaal om voor het eerst op zoek te gaan naar moeders borst. Hoe deze signalering chemisch precies in elkaar zit, hoopt Stower ooit nog te ontdekken.

Bij mensen lijkt zo’n mechanisme overigens niet te bestaan: die géven de borst zodat de baby zelf niet hoeft te zoeken.

bron: Scripps

Onderwerpen