Als je als onderzoeker een vaste baan aan een universiteit wilt krijgen moet je vooral geluk hebben. Talent, hard werken en veel publiceren zijn geen doorslaggevende factoren. Want in het personeelsbeleid van de gemiddelde Nederlandse universiteit is nauwelijks enig systeem te bespeuren, zo valt op te maken uit een vernietigend rapport dat vandaag is gepresenteerd door het Rathenau Instituut.

Voor het rapport, getiteld ‘Op het juiste moment op de juiste plaats’, interviewde onderzoeker Barbara van Balen 42 wetenschappers die op basis van examencijfers, publicaties en andere prestaties mogen worden aangemerkt als ‘talentrijk’. Er zitten alfa’s, bèta’s, gamma’s, technici en medici bij. Allemaal begonnen ze hun wetenschappelijke carrière in de jaren tachtig, verspreid over 12 universiteiten. De helft werkt nog steeds aan een universiteit, de andere helft is elders beland.

 

Uit bedroevend veel van die interviews komt naar voren dat een wetenschappelijke carrière vooral wordt bepaald door toeval. Er moet toevallig maar ergens een baantje vrij zijn. Erg herkenbaar, al zijn sommige gevallen wel heel extreem: één van de onderzoekers versleet in de 4 jaar na haar afstuderen 23 tijdelijke contracten vóórdat ze een aanstelling als aio kreeg. En 14 jaar na haar afstuderen had ze nóg geen uitzicht op een vaste baan.

 

Wat helpt, is een betrokken hoogleraar als begeleider. Die helpt zijn mensen aan contacten en geeft ze zelfvertrouwen, zodat ze gemakkelijker doorstromen. In het beste geval kan hij iemand een vaste baan in het vooruitzicht stellen, bijvoorbeeld als zijn eigen opvolger.

 

Maar als zo’n hoogleraar dan daadwerkelijk vertrekt is het nog maar de vraag of de universiteit de in het verleden gedane beloften ooit nakomt. Vaak staan die immers niet op papier.

 

“Een loopbaanbeleid bestaat niet aan universiteiten”, zo luidt de keiharde conclusie. Er wordt overigens bij aangetekend dat binnen de bètawetenschappen de kans op een vaste baan altijd nog wat hoger is dan in de alfa/gammasector, waar het meeste talent verloren lijkt te gaan.

 

Naar eigen zeggen wil het instituut met dit rapport universiteiten helpen om toptalent juist wél binnen te houden, zeker nu door bezuinigingen het aantal vacatures steeds kleiner dreigt te worden. Dat toptalent hebben ze immers hard nodig om hun positie in de internationale rankings te behouden.

 

Of ze in staat zijn om zo’n effectieve vorm van personeelsbeleid überhaupt te organiseren, is afwachten.

 

bron: Rathenau Instituut

Onderwerpen