Hoger onderwijs moet heel anders selecteren aan de poort

Studenten selecteren aan de poort levert voorlopig geen toponderwijs op. In elk geval niet op de manier waarop het in Nederland tot nu toe is aangepakt. Dat blijkt uit een tussenrapportage van de commissie Ruim Baan voor Talent, die de selectie-experimenten begeleidt.

De commissie suggereert dat universiteiten en hogescholen niet de beste studenten zouden moeten selecteren, maar de meest geschikte.

De experimenten met selectie aan de poort zijn in 2005 bedacht door staatssecretaris Nijs. Het achterliggende idee was dat topopleidingen hun niveau kunnen handhaven door alleen de beste studenten aan te nemen. Vooral in de VS en in Groot-Brittannië lijkt dat te werken.

Het eerste probleem was dat in Nederland geen opleidingen waren te vinden waren die zó significant beter waren dan de rest, dat ze zich leenden voor de proef. Vervolgens werd besloten dat alle opleidingen mochten experimenteren, mits ze konden aantonen dat de selectie ‘erkende evidente meerwaarde’ zou opleveren. Maar dat blijkt ook niet te lukken.

De Universiteit Leiden, die oorspronkelijk een groot voorstander was van selectie aan de poort, heeft er uiteindelijk zelfs helemaal van afgezien. Daar hebben ze de eerstejaars een tijdje op proef onderworpen aan een selectieprocedure, zonder er verder consequenties aan te verbinden. De conclusie was dat het filter iets te vaak de verkeerde mensen tegenhield.

Volgens de commissie zijn studenten op de selecterende opleidingen ook niet tevredener over hun onderwijs.

De commissie suggereert dat het beter is om opleidingen een duidelijker, eigen profiel te geven. Vevolgens kan dan worden gezocht naar studenten die daar optimaal bij passen. Dat zou beter werken dan een toelatingsexamen dat alleen naar intellectuele vaardigheden kijkt.

bron: De Volkskrant

Onderwerpen