Met koolstofnanobuisjes kun je spinazieplanten ombouwen tot levende biosensoren die aangeven of hun grondwater resten bevat van explosieven. Het gaat nog een beetje primitief maar het werkt wel, schrijven MIT-onderzoekers in Nature Materials.

Voor de commercialisering van wat Michael Strano en collega’s ‘planten-nanobionica’ noemen, heeft eerste auteur Min Hao Wong al een spin-off genaamd Plantea opgericht.

De explosieven zijn in dit geval nitroaromaten zoals TNT. Als modelstof werd picrinezuur (2,4,6-trinitrofenol) gebruikt.

De (enkelwandige) koolstofnanobuisjes coat je met bombolitin 2, een peptide uit het gif van hommels. Als deze stof nitroaromaten bindt, onderdrukt dat de fluorescentie van nabij-infraroodlicht (785 nm) die nanobuisjes van nature vertonen.

De gecoate buisjes injecteer je in de spinaziebladeren. Als referentie spuit je in een ander deel van het blad buisjes in met een polyvinylalcohol-coating (zeg maar houtlijm) die niet op nitroaromaten reageert.

Wanneer je vervolgens picrinezuur toevoegt aan het water rond de wortels van de plant, zie je na een minuut of tien al de IR-emissies van de bombitinehoudende bladdelen verminderen. Dat kun je van ongeveer een meter afstand waarnemen met een goedkope IR-camera. De auteurs gebruikten een simpele CCD-chip met een Raspberry Pi-processor. In de meeste mobieltjes zit een infraroodfilter, maar als je dat er uit kunt slopen moet het daarmee óók kunnen.

In de afbeeldingen bevatten de vlekjes rechts bombitine en de vlekjes links polyvinylalcohol.

Of blad voor blad inspuiten echt doenlijk is wanneer je grote aantallen planten tot sensor wilt verbouwen, is natuurlijk wel de vraag.

bron: MIT