In het eiwit irisine schuilt mogelijk de reden dat fysieke inspanning de progressie van de ziekte van Alzheimer lijkt te vertragen. In elk geval vind je relatief weinig irisine in de hersenen van muizen en mensen met die aandoening, schrijven Braziliaanse onderzoekers in Nature Medicine.

Waarbij Fernanda De Felice en collega’s wel meteen aantekenen dat irisine en het precursoreiwit FNDC5 (voluit fibronectin type III domain-containing protein 5) lastig zijn te meten. De antilichamen, waarmee je deze eiwitten kunt aantonen, lijken niet allemaal even betrouwbaar. En als je het probeert met massaspectrometrie, loop je op tegen een moleculaire massa die verre van constant lijkt - dat zou zowel aan dimeervorming als aan glycolysering kunnen liggen. De Brazilianen zijn er zelf van overtuigd dat ze deze valkuilen hebben weten te omzeilen. Maar proberen of hun onderzoek is te repliceren, lijkt geen kwaad te kunnen.

Over FNDC5 en irisine is nog niet zo veel bekend. Het schijnen vrij algemeen voorkomende eiwitten te zijn maar hun bestaan is pas in 2012 ontdekt, en daarna nog jaren controversieel gebleven. Het DNA codeert voor FNDC5. Irisine is er een fragment van dat achteraf wordt afgesplitst, in water oplosbaar is en mede daardoor wordt beschouwd als hormoon. Omdat die afsplitsing plaatsheeft tijdens de samentrekking van spiercellen, wordt irisine tevens beschouwd als een myokine. Beide varianten lijken de verbranding van vet te stimuleren, en aangezien ze nauwelijks lijken te evolueren (irisine is bij muizen en mensen zelfs exact hetzelfde) moet dat wel een tamelijk essentiële functie zijn.

Hoe het ook zij: De Felice claimt dat bij mensen én bij muismodellen, allen met alzheimer in een vergevorderd stadium, de FNDC5- en irisineconcentraties in de hippocampus lager zijn dan gemiddeld.

Schakel je bij die muizen het gen voor FNDC5 uit, dan verergert dat de symptomen. Spuit je extra irisine bij ze in, dan beschermt dat juist de geheugenfuncties. Dat gebeurt ook als je ze elke dag een uurtje laat watertrappen zodat hun spieren het hormoon zelf aanmaken.

Hoe het komt? De auteurs hebben zelf geen idee. Er is nog geen receptor bekend die reageert op irisine, en hoe het eiwit binnen weet te komen in de hersenen is ook een raadsel. Maar argumenten voor meer lichaamsbeweging zijn natuurlijk nooit weg.

bron: Nature Medicine