Antibioticaresistente bacteriën in braadkuikens kunnen die resistentie wel degelijk overdragen op soortgenoten in de menselijke darmen. Een computersimulatie heeft dit al langer sluimerende vermoeden (zie C2W 8) bevestigd, zo meldt de Universiteit Gent in een persbericht.

Het bewijst nog niet definitief dat deze overdracht ook daadwerkelijk plaatsheeft, maar het maakt het wel waarschijnlijk.

 

Het gaat om zogeheten breedspectrum-bèta-lactamaseproducerende E.coli-bacteriën, afgekort ESBL’s. Door een mutatie maken ze het enzym bèta-lactamase aan en worden daardoor resistent tegen bètalactam-antibiotica, met cefalosporine als bekendste voorbeeld. Die mutatie is het logische evolutionaire gevolg van de neiging van sommige pluimveehouders om hun kippen ‘gezond’ te houden met antibiotica.

 

Volgens de Gentse promovenda Annemieke Smet, die al meer publicaties over dit thema op haar naam heeft staan, is inmiddels 60 procent van alle braadkuikens besmet met zulke ESBL-bacteriën. In Nederland wordt zelfs gesproken van 88 procent van alle kippenvlees in de supermarkt.

 

Bekend was al dat de genen die verantwoordelijk zijn voor de bèta-lactamresistentie zich bevinden op zogeheten plasmiden, ringvormige stukken DNA die in principe onderling kunnen worden uitgewisseld door bacteriën. De siumlatie laat nu kennelijk zien dat dat inderdaad kan gebeuren, zelfs als die plasmiden daarvoor achtereenvolgens de grill en het maagzuur moeten overleven.

 

Overigens heeft Smet ook aangetoond dat E.coli stammen uit de darmflora van zieke mensen inderdaad resistentie vertonen. Maar in principe kunnen die bacteriën ook in hun geheel met de kipfilet zijn meegelift.

 

bron: UGent

Onderwerpen