Verschil tussen vogels en mensen zit in glycanen

Dat het vogelgriepvirus H5N1 zo’n moeite heeft om mensen te infecteren, speciaal vanuit andere mensen, komt doordat het geen grip heeft op de suikerketens (glycanen) in de bovenste luchtwegen. Dat vermoeden uit MIT-onderzoeker Ram Sasisekharan op de website van Nature Biotechnology.

Als het inderdaad zo werkt, dan is er maar een heel bescheiden mutatie nodig om overdracht van H5N1 van mens op mens mogelijk te maken. Twee of drie andere aminozuren in één viruseiwit is voldoende, denkt Sasisekharan. Het goede nieuws zou wel zijn dat je aan een gemuteerd virus heel gemakkelijk kunt zien of het gevaarlijk begint te worden.

Glycanen zitten op de buitenwand van cellen in de luchtwegen. Om een cel te kunnen infecteren moet een virus zich eerst aan die glycanen binden. Dat gebeurt via het eiwit haemagglutinine.

Chemisch gezien lijken alle glycanen op elkaar. Onderzoekers concentreerden zich tot nu toe op kleine verschillen in chemische binding met haemagglutinine. Naar de driedimensionale vorm van die suikers lijkt niemand ooit goed te hebben gekeken. Maar volgens Sasisekharan zit daar nu net de clou.

In de luchtwegen blijken twee glycaanvormen voor te komen. De kortste ketens vormen zich tot een soort kegeltjes, de langere hebben een parapluvorm. De menselijke neus en keel bevatten vooral veel van die parapluutjes.

Uit het Amerikaanse onderzoek blijkt nu dat griepvirussen, die zich aan de mens hebben aangepast, beschikken over een vorm van haemagglutinine die aangepast is aan die paraplu’s. Vogelgriepvirussen zijn eerder berekend op de kegeltjes. Als ze al houvast kunnen vinden bij een mens, gebeurt dat vooral diep in de longen. Dat bemoeilijkt de overdracht naar een ander mens aanzienlijk.

Vervelend is wel dat het haemagglutinine-gen de reputatie heeft dat het heel gemakkelijk muteert.

bron: NIH, NatureNews

Onderwerpen