CO2-emissies tasten oceaan nog eerder aan dan klimaat

Zelfs als het CO2-gehalte in de atmosfeer niet verder stijgt, is het voor de meeste koraalriffen te laat. De pH-stijging van het zeewater wordt ze fataal, zo concluderen Long Cao en Ken Caldeira (Carnegie Institution, VS) in Geophysical Research Letters.

Caldeira waarschuwt al jaren voor het gevaar dat CO2 in de oceanen oplost en het water aanzuurt. Koraalriffen en de uitwendige skeletten van veel zeedieren bestaan uit calciumcarbonaat (aragoniet), een mineraal dat gemakkelijker oplost naarmate de pH van het omringende water daalt.

Tot voor kort kon Caldeira het effect niet kwantificeren. Nu heeft hij echter een serie computersimulaties gedaan van de zeewaterchemie, bij CO2-gehaltes in de atmosfeer die hij liet variëren van 280 ppm (het peil van voor de industrialisering) tot 2000 ppm.

Resultaat: bij de huidige 380 ppm verdwijnt al meer dan de helft van de bestaande koraalriffen, laat staan dat zich nog nieuw koraal vormt. Stabiliseert het CO2-gehalte zich op 450 ppm, een waarde die nog steeds lager ligt dan de meeste voorspellingen, dan blijft maar 10 procent van het koraal over. Ook de schalen van veel andere waterdieren lossen op. In de koudere delen van de oceanen, rond de polen, gaat de zuurgraad zelfs over de waterkwaliteitsnormen van het Amerikaanse Environmental Protection Agency heen.

Volghens Caldeira is het haast onvoorstelbaar dat we het complete ecosysteem van de oceanen op deze manier om zeep kunnen helpen. De zee is immers zo ontzettend groot. “Maar als we onze kinderen willen laten genieten van een gezonde oceaan dan moeten we nú beginnen met emissiereductie.”

bron: Carnegie Institution

Onderwerpen