Aan metabolieten in de urine kun je zien of iemand te dik is, óf te dik dreigt te worden. Dat laatste opent mogelijkheden voor preventie, opperen onderzoekers van Imperial College London in Science Translational Medicine.

Met NMR en ionenuitwisselingschromatografie analyseerden ze urinemonsters van 2.324 Britten en Amerikanen, die waren overgebleven van een eerder epidemiologisch onderzoek. Daarbij troffen ze 25 stoffen aan waarvan de concentraties een sterk statistisch verband vertoonden met de body mass index (BMI) van betrokkene.

Er zat van alles bij: negen stoffen zijn afbraakproducten van darmbacteriën, maar er zitten ook afbraakproducten uit de nieren, spieren en mitochondriën bij en zelfs componenten die rechtstreeks met de voeding te maken hebben, zoals glucose.

Ten eerste geeft het nieuwe informatie over de processen die door obesitas worden beïnvloed. De auteurs hebben de stoffen alvast ingekleurd in een kaart van bekende metabole routes, wat in elk geval duidelijk maakt dat het heel veel processen zijn, verspreid over het hele metabolisme. Van veel van die processen is volgens hen nog maar heel weinig bekend.

Maar ze concluderen ook dat je die stoffen soms ook terugvindt bij mensen die helemaal niet te dik zijn, en dat je daaruit wellicht kunt afleiden dat ze een stukje metabool syndroom onder de leden hebben zonder dat je het merkt. Wellicht biedt dat kansen voor preventief ingrijpen.

Waarbij ze wel aantekenen dat de BMI een ruwe maat blijft, en dat nadere gegevens over bijvoorbeeld buik- en heupomvang helaas niet zijn genoteerd tijdens de studie waar ze de urinemonsters vandaan hadden.

bron: Imperial College London