Nanodeeltjes hopen zich op in de voedselketen, zo zeggen onderzoekers van University of Kentucky (VS).

Eerder onderzoek liet al zien dat nanodeeltjes in de grond door regenwormen worden opgenomen. Maar dat ze ook van de ene organisme naar de andere worden overgedragen was tot nu toe nog niet aangetoond. Veel fabrikanten verwerken tegenwoordig nanomaterialen zoals zilver, zinkoxide en titaniumoxide in kleren en cosmetica. Een zorgwekkende ontwikkeling, volgens een aantal wetenschappers.

 

De studie van Paul Bertsch, gepubliceerd in Journal of Environmental Quality, laat zien dat goudnanodeeltjes in tabaksplanten (Nicotiana tabacum), terechtkomen in de Amerikaanse pijlstaartrups (Manduca sexta), die de tabaksplant tot ergernis van de tabaksboeren graag lust. Met behulp van X-ray-fluorescentietechniek was te zien hoe deze deeltjes, afkomstig uit de planten, zich in de rupsen ophopen.

 

Opvallend was dat de concentratie nanodeeltjes in de rups groter was dan in de plant. Volgens Bertsch scheiden de rupsen de deeltjes niet goed uit, waardoor het zich in het weefsel ophoopt. Bevreesd wordt nu dat de deeltjes zich vooral ophopen in organismen die hoger in de voedselketen staan. Dit was bijvoorbeeld het geval bij het toxische insecticide DDT, dat bedoeld was voor insecten maar vervolgens in de voedselketen belandde, en uiteindelijk in schadelijke concentraties terechtkwam in hogere diersoorten, waaronder de mens.

 

Of nanodeeltjes al in hoge concentraties in de mens voorkomen is niet bekend. Ook is het nog niet bewezen hoe schadelijk nanodeeltjes eigenlijk zijn voor de mens. Maar voorzichtigheid is geboden, aldus Bertsch

 

Bron: Environmental Science & Technology

Onderwerpen