In China zijn nanobuisjes gesynthetiseerd die aangeven of vlees of vis begint te bederven. Efficiënt, uiterst gevoelig en niet duur, zo blijkt uit een publicatie in het nieuwe tijdschrift ACS Sensors.

De buisjes uit Beijing zijn nu eens niet van pure koolstof. Ze ontstaan door zelfassemblage van langwerpige peryleendiimides. Eén uiteinde van die moleculen is asymmetrisch en de complete buisjes worden dus chiraal; uit de publicatie valt niet te halen wat dat er precies toe doet maar mogelijk is het de reden dat je überhaupt buisjes krijgt en niet iets anders.

Wat er wel toe doet is dat peryleendiimides zeer sterk fluoresceren, dat amines die fluorescentie onderdrukken en dat het ontbindingsproces van eiwitten vooral vluchtige amines oplevert - vandaar de ammoniaklucht. Met gaschromatografie hebben de Chinezen vastgesteld dat het in de praktijk een mix van ammoniak, dimethylamine, trimethylamine, putrescine en cadaverine is, maar in principe maakt dat niet uit omdat de buisjes op álle amines reageren.

Als je dus een stukje teflon coat met deze nanobuisjes en de combinatie blootstelt aan de dampen die van vlees af komen, dan zie je de fluorescentie snel afnemen.

Volgens de Chinezen kun je als vuistregel hanteren dat een afname van meer dan 10% na één uur blootstelling betekent dat het eten niet eetbaar meer is. Dat percentage maten ze namelijk bij eten dat vier dagen in de koelcel had gelegen bij 5 graden Celsius, of één dag buiten de koelcel bij 25 graden.

Of de voedsel- en warenautoriteit genoegen zal nemen met zo’n ‘rot-of-niet-rot’-benadering is de vraag, maar in elk geval kunnen handelaren het gebruiken als ruwe indicatie van de verkoopbaarheid van hun waren.

bron: American Chemical Society