De chemie moet afstappen van de paternalistische houding van ‘ik vertel het je wel en dan gaat het wel goed’. In plaats daarvan moet zij een dialoog scheppen met de samenleving, ook in het onderwijs. Dat stelde Maria van der Hoeven, demissionair minister van Onderwijs, tijdens de KNCV-Lustrumdag. “Deel de zorgen van het publiek, ook al deel je die zorgen eigenlijk niet.”

Naar eigen zeggen heeft de minister haar hart verpand aan de wetenschapscommunicatie. En juist daarom vindt zij dat het tijd is voor een nieuwe aanpak. De pogingen van de afgelopen jaren hebben immers niet geleid tot een grotere waardering voor wetenschap en techniek en tot een groter aantal bètastudenten, integendeel. Van der Hoeven is het helemaal eens met een recent artikel in het tijdschrift Science, waarin wordt gesteld dat pogingen om het publiek simpelweg op te voeden gedoemd zijn te mislukken. “We moeten niet zomaar extra geld stoppen in voorlichtingscampagnes. Dat werkt niet. We kunnen beter met jongeren in gesprek zien te komen. Want leerlingen kiezen geen bètastudie omdat wij vinden dat die van belang is voor de kenniseconomie.”

Kern van het betoog van Van der Hoeven was dat een gezamenlijke aanpak van overheid, industrie en onderzoekers zelf nodig is om de bètaproblematiek op te lossen. Een voorbeeld van hoe het moet is Jet-Net, het initiatief van vijf grote bedrijven om hun voorlichtingsactiviteiten te bundelen. Maar daarnaast toont de minister vooral waardering voor regionale activiteiten. “Het nieuwe kabinet moet werken aan een nationale beleidsvisie die het accent legt op activiteiten in de regio. Want daar gebeurt het.” En ze legt er de nadruk op dat de victorie begint bij de basis: “Er wordt gezegd: je moet met vijftien jaar beginnen. Dames en heren, dat is te oud. Waarom vinden leerlingen in de basisvorming scheikunde trouwens nog wel aantrekkelijk, terwijl ze het in de bovenbouw alleen nog maar moeilijk vinden? Kan dat niet anders? Techniek moet al op het basisonderwijs aan bod komen.”

Wat de nieuwe profielen en vakkenpakketten in het middelbaar onderwijs betreft heeft de minister beloofd dat zij de reacties uit het veld niet naast zich neer zal leggen. Wel vindt zij dat er een inhoudelijke vernieuwing nodig is. Juist het onderwijs in contexten, zoals de commissie-Van Koten propageert, kan de goedkeuring van Van der Hoeven wegdragen. Daarnaast vindt de minister dat ook het wetenschappelijk onderwijs toe is aan een vernieuwing. “Het wo is niet alleen voor aankomende genieën.”

Onderwerpen