Dino’s vergaten uit te sterven

In Amerikaanse staten Colorado en New Mexico liepen mogelijk nog dinosauriërs rond toen ze in de rest van de wereld al een half miljoen jaar waren uitgestorven. Dat concludeert de Amerikaanse geoloog Jim Fassett in het tijdschrift Palaeontologica Electronica, op basis van chemische en fysische analyses.

Fassett heeft fossiele dinobotten uit de bovenste lagen van de Ojo Alamo Sandstone-rotsformatie vergeleken met fossielen die verder onderin zaten. Er bleek een duidelijk verschil te zijn in het gehalte aan uranium en zeldzame aarden. Dat bewijst volgens hem dat de botten uit verschillende periodes stammen en niet bijvoorbeeld in een later stadium zijn weggespoeld naar een hogere laag.

Aanvullend bewijs bestaat uit een vondst van 34 botten van dezelfde hadrosaurus in de bovenste laag: als die ooit waren weggespoeld hadden ze vast niet zo dicht bij elkaar gelegen.

Van die bovenste lagen denkt hij te kunnen bewijzen dat ze stammen van ruim ná het einde van de Krijt-periode, 65 miljoen jaar geleden, toen de dinosauriërs massaal uitstierven. Het bewijs hiervoor komt zowel uit analyse van de magnetische polariteit, als uit fossiel stuifmeel.

De redactie van het blad noemt de conclusies controversieel maar wijst er op dat krokodillen en primitieve vogels zich óók aan de massa-extinctie hebben weten te onttrekken, dus waarom andere dino’s niet?

bron: The Palaeontological Association
.

Onderwerpen