Obesitas zou zomaar het gevolg kunnen zijn van kopergebrek. Koperionen regelen namelijk de afbraak van vetweefsel, meldt Berkeley-onderzoeker Chris Chang in Nature Chemical Biology.
Chang en collega’s ontdekten het door gemodificeerde muizen te bestuderen die dienen als model voor de ziekte van Wilson. Bij die muizen is het gen uitgeschakeld dat codeert voor ATP7B, een eiwit dat zorgt voor kopertransport. Het meest opvallende gevolg is dat de lever vol koper komt te zitten; bekend is dat het ook een weerslag heeft op het koper in andere organen maar naar de relatie met het vetmetabolisme was eigenlijk nooit goed gekeken.
Chang kwam op het idee er wél naar te kijken toen hij hoorde dat boeren soms hun koeien kopersupplementen geven om hun gewicht te regelen.
Zo ontdekte hij dat de de koperophoping in de lever er toe leidt dat andere cellen een tekort krijgen. Met name vetcellen (adipocyten) die daardoor niet meer goed in staat zijn tot lipolyse oftewel het opbreken van vet in glycerol en vetzuren.
Nader onderzoek, met onder meer fluorescerende labels die specifiek aan Cu+ binden, leerde dat deze ionen de activiteit remmen van een fosfodiësterase-enzym genaamd PDE3B. Dat enzym is weer verantwoordelijk voor de afbraak van cyclisch adenosinemonofosfaat (cAMP), een signaalmolecuul dat de vetafbraak aanstuurt. Zonder Cu+-gebrek verdwijnt cAMP dus te snel, en blijft het vet in de vetcellen zitten in plaats dat het wordt ‘verbrand’.
Chang heeft ook al kunnen achterhalen wáár Cu+ op PDE3B gaat zitten, namelijk op een cysteïnebouwsteen op plaats 768 in de eiwitketen.
Eerder liet dezelfde groep al zien dat koper de functie van hersencellen beïnvloedt. Het effect op vetcellen is een nieuwe aanwijzing dat koper een veel grotere rol speelt in het lichaam dan eerder werd aangenomen. Tot voor kort werd aangenomen dat signaalfuncties waren voorbehouden aan metaalionen die normaal gesproken maar één valentie hebben en dus redox-inactief zijn, zoals Na+, K+, Zn2+ en Ca2+. Redox-actieve ionen zoals koper (Cu+/Cu2+) en ijzer (Fe2+/Fe3+) zouden alleen maar goed zijn om te worden ingebouwd als actief centrum in sommige eiwitten. Het begint er dus naar te lijken dat de rol van deze metalen, en wie weet die van een hele reeks andere, zwaar is onderschat.
Het feit dat koper zowel zenuwcellen als vetcellen beïnvloedt, doet Chang trouwens vermoeden dat obesitas en aanverwante aandoeningen niet puur metabool zijn, maar deels ook neurologisch.
bron: UC Berkeley
Nog geen opmerkingen