Hergebruik van bestaande medicijnen is de snelste manier om het MERS-virus te lijf te gaan. En het kan, melden Nederlandse, Vlaamse en Amerikaanse onderzoekers in twee publicaties die gelijktijdig verschenen in het tijdschrift Antimicrobial Agents and Chemotherapy.

Voordeel van die bestaande medicijnen is dat ze al eens klinisch zijn getest en veilig zijn bevonden. Niet meer door die hele procedure heen hoeven, scheelt jaren. En haast is geboden want het ‘Middle East respiratory virus’, zoals MERS voluit heet, grijpt snel om zich heen en eist steeds meer slachtoffers.

Onderzoekers van het LUMC, het Erasmus MC en de KU Leuven hebben tot nu toe 348 door de FDA toegelaten medicijnen in vitro uitgeprobeerd tegen MERS. Het National Institute of Allergy and Infectious Diseases in de VS testte er nog eens 290, waarvan een deel nog niet was toegelaten maar wel al in een vergevorderd stadium van de klinische tests zat.

De Nederlands-Vlaamse groep meldt succes met 4 van de 348: het malariamedicijn chloroquine, het antipsychoticum chlorpromazine, de hiv-remmer lopinavir en het anti-diarreemiddel loperamide. Niet bepaald exotische middelen, dus; loperamide ligt zelfs gewoon bij de drogist. Alle vier zijn ze in tamelijk lage concentraties werkzaam tegen zowel het MERS-coronavirus als het oudere SARS-virus dat er sterk op lijkt.

De Amerikanen hanteerden waarschijnlijk iets andere criteria want bij hen kwamen er veel meer door de selectie: in vitro bleken er 66 actief tegen MERS en/of SARS-virus, waarvan 27 tegen allebei en misschien dus ook wel tegen andere coronavirussen die in de toekomst ongetwijfeld nog wel eens zullen opduiken. Die 27 behoren tot 13 groepen geneesmiddelen, variërend van ionkanaalblokkeerders en oestrogeenreceptor-inhibitoren die worden ingezet tegen kanker tot dopaminereceptor-inhibitoren tegen psychoses. Wat ze precies met coronavirussen doen is nog behoorlijk mistig ,maar dát ze iets doen staat vast.

De onderzoekers zijn nu bezig om ze toe te dienen aan muizen die met MERS zijn besmet, in de hoop dat die er ook baat bij hebben.

bron: NOS, NIH

Onderwerpen