In Arnhem wordt het reduceren, met groene waterstof, van roest tot ijzerpoeder op een weer iets grotere schaal getest. Uiteindelijk moet dit leiden tot grootschalig gebruik van ijzer als energiedrager. C2W | Mens & Molecule bezocht de testlocatie. ‘Als het loopt gaan we zo lang mogelijk door om het proces in de vingers te krijgen.’
Op een bedrijventerrein in Arnhem, niet ver van de Nederrijn, staan we boven op een twaalf meter hoge staalconstructie. ‘Hier gaat de roest erin’, zegt Mark Verhagen, ceo van startup RIFT. Een paar meter lager moet er dan, uit een drie meter hoge reactor, ijzerpoeder verschijnen, klaar om weer verbrand te worden. RIFT wil een energiedrager maken van ijzer — dat vertrouwde, overvloedig beschikbare, niet-toxische chemische element. IJzer in poedervorm wordt verbrand en de vrijkomende warmte is bijvoorbeeld te gebruiken voor de verwarming van huizen of voor industriële processen. En dat zonder CO2-uitstoot. Het geoxideerde ijzer, roest dus, wordt vervolgens met waterstof weer gereduceerd tot ijzerpoeder, in een installatie zoals degene waar we nu op staan. Verhagen: ‘Eigenlijk slaan we de energie van de waterstof op in ijzer, en daarmee maken we het circulair.’
Als lid van de KNCV, KVCV, NBV, of NVBMB heeft u onbeperkt toegang tot deze site, u kunt hier inloggen.