Met onderdelen van de zuidelijke witte neushoorn kunnen we mogelijk ooit weer noordelijke witte neushoorns in elkaar knutselen. Die twee ondersoorten zijn namelijk minder ver uit elkaar gegroeid dan gedacht, melden onderzoekers uit Wales en Zuid-Afrika in Proceedings of the Royal Society B.

Dat is goed nieuws want die noordelijke neushoorn sterft onherroepelijk uit. Voor zover bekend zijn er nog maar twee van, allebei vrouwtjes en sowieso te oud om te fokken. Van de zuidelijke variant zijn er voorlopig nog voldoende.

Beide ondersoorten zijn naar schatting een miljoen jaar geleden uit elkaar gegroeid, en normaal gesproken houdt tropische vegetatie hun leefgebieden ver uit elkaar. Maar het onderzoek van Mike Bruford en collega’s maakt duidelijk dat er tijdens ijstijden, als de begroeiing sterk veranderde, wél sprake moet zijn geweest van onderling contact en uitwisseling van genetisch materiaal. De laatste keer zou zo’n 14.000 jaar geleden moeten zijn geweest.

Ze baseren die conclusie op genetisch materiaal van 217 zuidelijke en 15 noordelijke exemplaren, deels afkomstig uit levende neushoorns en deels uit musea.

Er komt een beeld uit van een soort die kwetsbaar is voor de gevolgen van (natuurlijke) klimaatverandering en al heel lang lijdt onder gebrek aan genetische diversiteit. IJstijden brachten telkens redding voordat inteelt de resterende populaties fataal kon worden. Menselijke jagers hebben het probleem flink verergerd door het aantal dieren nog verder uit te dunnen (de zuidelijke ondersoort was een eeuw geleden óók bijna uitgestorven!) maar zijn niet de hoofdoorzaak.

Het betekent allereerst dat natuurbeheerders beter moeten gaan letten op de genetische diversiteit van hun neushoornpopulaties. Begin je een nieuwe, dan moet je niet uitgaan van één bestaande populatie maar dieren uit verschillende gebieden door elkaar zetten.

Het betekent ook dat je de noordelijke variant moet kunnen terugkrijgen door zuidelijke exemplaren op een handige manier te kruisen, met de aanwezigheid van noordelijke genen als belangrijkste criterium.Over de mogelijkheid om dit proces aanzienlijk te versnellen met behulp van technieken als CRISPR-Cas, rept de publicatie met geen woord. Maar dat kan eenieder er gemakkelijk zelf bij verzinnen.

Of je zo echt voldoende noordelijke genen bij elkaar kunt sprokkelen, staat overigens nog niet vast. De onderzoekers hebben tot nu toe slechts naar een klein aantal (deels mitochondriale) genen gekeken, niet naar het complete genoom.

bron: Cardiff University