Fosfaatconcentraties spelen een belangrijke rol bij vaatvernauwing van de aorta en insulineresistentie, zo zeggen onderzoekers van University of Sheffield. Het is voor het eerst dat een causaal verband in vivo is aangetoond.

In de studie, gepubliceerd in Arteriosclerosis, Thrombosis and Vascular Biology, kregen arteriosclerosegevoelige muizen (missen apolipoproteïne E ), een fosfaatarm-, fosfaatrijk- of een standaarddieet. Na 12 of 20 weken werd het gewicht en de plaquevorming in de aorta bepaald en de insulineconcentratie in het bloed gemeten.

 

Plaquevorming in aorta leidt vaak tot arteriosclerose. Meer insulineproductie bij gelijke glucoseconcentraties in het bloed betekent insulineresistentie, ofwel diabetes.


Muizen op een fosfaatarm-, standaard- of fosfaatrijkdieet hadden respectievelijk 2.9, 1 en 0.6 ng/ml insuline in het bloed en wogen 34.7, 30.3, 28.7 gram. Van dezelfde muizen ontwikkelden respectievelijk 30, 34 en 41 procent vernauwingen in de aorta,

 

Minder fosfaat in het bloed betekent dus minder plaquevorming, maar wel meer insulineresistentie en obesitas. Die laatste twee leiden op den duur ook tot vaatvernauwing en arteriosclerose. Te veel of te weinig fosfaat is dus niet goed.

 

Fosfaat (PO43-) is een mineraal dat samen met calcium voor stevigheid zorgt van het skelet en het gebit en deel uitmaakt van het DNA. Fosfaten komen vooral in eiwitrijke produkten voor zoals vlees, gevogelte, vis, zuivel- en volkorenprodukten.

 

De hoeveelheid fosfaat in het bloed wordt normaal gesproken goed gereguleerd. Maar de regulatie is bij nierpatiënten of mensen met diabetes vaak verstoord. Dit onderzoek toont het belang aan van een goede fosfaatregulatie om hart- en vaatziekten te voorkomen, aldus hoofdonderzoeker Tim Chico. Reguleren is mogelijk met fosfaatbinders of een dieet.

 

Bron: ATVB


Onderwerpen