Het Nieuw-Zeelandse LanzaTech gaat op commerciële schaal een zelfbedacht micro-organisme uittesten dat ethanol maakt van koolstofmonoxide. Daartoe heeft het voor 5,1 miljoen dollar een mislukte ethanolproductie-installatie overgenomen van de bank, meldt Chemical & Engineering News.

Volgens LanzaTech is de microbe een triomf van synthetische biologie. Hij kan koolstofmonoxide uit elke willekeurige bron gebruiken: de meest gebruikelijke verontreinigingen deren hem niet. En er hoeft geen waterstof doorheen te zitten, want dat maakt hij zelf. Hoe precies, wil het in 2005 opgerichte bedrijf uiteraard niet kwijt.

Als belangrijk toepassingsgebied worden staalfabrieken genoemd, die rookgassen produceren waar relatief veel CO en maar heel weinig H2 in zit.

De installatie in Soperton (Georgia, VS) is gebouwd door Range Fuels. Dat bedrijf wilde houtafval vergassen tot synthesegas (inderdaad, een mengsel van CO en H2) om daar via een katalytisch proces ethanol van te maken. Die laatste stap geldt binnen de katalysewereld als een hèle grote uitdaging, en Range Fuels kwam er dan ook niet uit. Of het bedrijf überhaupt nog bestaat is niet duidelijk. Volgens de Wall Street Journal heeft het debâcle minstens 320 miljoen dollar gekost, waarvan de helft belastinggeld.

De gemodificeerde microbe zou er minder moeite mee moeten hebben. Op labschaal werkt het proces in elk geval, en bij een staalfabriek in China is een demo-plant gepland.

LanzaTech heeft de installatie in Soperton inmiddels omgedoopt tot Freedom Pines Biorefinery. Het bedrijf zegt hem vooral te hebben gekocht vanwege de locatie, in een bosgebied waar genoeg houtsnippers zijn te krijgen. Als de vergasser het nog doet is dat mooi meegenomen maar anders is het ook niet erg, aldus een woordvoerder in C&EN.

bron: C&EN

Onderwerpen