Onderzoekers stellen dat de aarde kraakt onder de grote hoeveelheden ‘novel entities’.

263292

Het tijdschrift Environmental Science & Technology van de ACS luidt de spreekwoordelijke alarmbel: in een zogenoemde policy analysis – in feite een reviewartikel – proberen onderzoekers uit onder meer Zweden, Denemarken en Canada te kwantificeren in hoeverre we de grenzen van wat de aarde wat betreft ‘chemische vervuiling’ aan kan, oprekken. Ze gebruiken daarvoor de term NE-PB (planetary boundary for novel entities). De NE-PB is één van negen planetary boundaries zoals gedefinieerd in een publicatie in 2009, een poging om kwantitatief vast te stellen waar de grenzen liggen van wat we de aarde aan kunnen doen.

Onder ‘novel entities’ verstaan de onderzoekers chemische verbindingen die in geologisch opzicht nieuw zijn, of door de mens zijn vrijgemaakt uit geologische reservoirs, zoals gesteenten. Op basis van een literatuurstudie stelden ze de geschatte grenzen vast voor enkele van deze entities – onder meer ethyleen, propyleen, benzeen – en concluderen ze dat we momenteel voor vele categorieën buiten de grenzen opereren: de aarde kan het allemaal niet aan.

Ze wijzen met name op plastics. Na decennia van massaproductie vinden we ze terug in letterlijk elke uithoek van onze planeet. Het vormt een bedreiging voor de ‘Earth systems’, de grote systemische processen die de aarde maken tot wat ze is. De aarde weet er geen raad mee, plastics accumuleren daardoor en verstoren ecosystemen; die verstoring kan een kettingreactie teweeg brengen met gevolgen voor al het leven op aarde, stellen de onderzoekers.

Het is best een boeiend artikel en bovendien relatief laagdrempelig, al is de boodschap niet nieuw. De zelfbenoemde ‘major data limitations’ hangen bovendien als een schaduw over het artikel heen, waardoor de betrouwbaarheid van de kwantitatieve duiding wankel is.

es1c04158_0002