Met de nieuwste variant van CRISPR-Cas9 kun je gericht één enkel basenpaar in DNA wijzigen. Erfelijke ziektes die door slechts één foute base worden veroorzaakt kun je zo corrigeren zonder veel kans op nieuwe fouten, suggereren Harvard-onderzoekers in Nature.

De innovatie zit daarbij vooral in het feit dat je nul of hooguit één van beide strengen van het DNA verknipt. Eerdere versies van CRISPR, en bij zowat alle andere DNA-editingtechnieken, knippen om te beginnen allebei de strengen door. Op die manier nodig je de natuurlijke DNA-reparatiemechanismes uit om op hun eigen ietwat slordige manier de schade te herstellen; prima wanneer je een gen definitief wilt uitschakelen, maar niet als je het wilt ombouwen tot iets functioneels.

David Liu en collega’s wijzigden het Cas9-knipeiwit daarom dusdanig dat het alleen nog aan het DNA hecht. Vervolgens koppelden ze het aan cytidine-deaminase, een enzym dat de base cytosine (C) omzet in uracil (U). Die laatste base hoort niet in DNA maar in RNA thuis, en een van de reeds genoemde reparatiemechanismes zal proberen de schade te herstellen. Dat maakt van uracil echter niet altijd cytosine. Het kan ook thymine (T) worden, en bij de eerstvolgende DNA-replicatie komt daar adenine (A) in plaats van guanine (G) tegenover te liggen - puntmutatie voltooid.

Om te voorkomen dat het reparatiemechanisme uracil wél correct terugverbouwt tot cytosine, kun je nog een uracilglycosylase-inhibitor toevoegen als tweede extra eiwit aan je Cas9.

En om het nog iets efficiënter te laten werken kun je Cas9 nog een beetje wijzigen zodat het de niet-gemodificeerde streng alsnog doorknipt en zo een ander reparatiemechanisme stimuleert om meteen al een G door een A te vervangen. Zo verhoog je wel de kans op fouten, dus je zult per geval de afweging moeten maken of je efficënbie of nauwkeurigheid belangrijker vindt.

Voor toepassing op levende mensen werkt het nog niet vlekkeloos genoeg, maar in celkweekjes zijn de resultaten bemoedigend: gemiddeld wordt 30% van het aanwezige DNA op de juiste manier verbouwd, met hooguit één procent fouten.

bron: Nature, C&EN