Ionische vloeistoffen zijn voorlopig de belangrijkste Britse innovatie van de 21e eeuw. Met 9 procent van de stemmen wonnen ze zojuist een poll van het Science Museum in Londen waaraan 50.000 mensen hebben meegedaan.

Zo’n ionische vloeistof is een zout met een smeltpunt beneden de100 graden Celsius, of zelfs beneden kamertemperatuur. Het idee is heel oud maar de laatste jaren zijn zulke vloeistoffen ineens uiterst populair geworden als oplos- en extractiemiddelen met vaak heel bijzondere eigenschappen. Een van de pioniers op dit gebied is prof. Ken Seddon van Queen’s University in Belfast (Noord-Ierland), die inmiddels een onderzoekscentrum met bijna 100 wetenschappers leidt.

In totaal had het Science Museum 12 recente innovaties genomineerd.Op twee eindigde de RaspberryPie, een basaal computertje voor onderwijsdoeleinden, met 6 procent van de stemmen. Op drie staat de 3D-stamcellenprinttechiek van Heriot-Watt University in Schotland. Grafeen werd vierde en het Higgs-boson vijfde.

Waarbij moet worden opgemerkt dat er iets geks is met die percentages: als er 12 deelnemers zijn waarvan de nummer 1 slechts 9 procent van de stemmen krijgt en de nummer 5 maar 2 procent, kun je nooit aan een totaal van 100 procent komen.

De bezoekers van de Science Museum-website konden ook de belangrijkste Britse innovatie van de vorige eeuw kiezen. Met 18 procent van de stemmen werd deze poll gewonnen door de ‘Universele Machine’, het door Alan Turing geformuleerde basisvoorstel voor een computer. Vlak daarachter eindigde de Mini uit 1959, gevolgd door de röntgenkristallografie, de ontdekking van pulsars in het heelal en de stoomloc Mallard.

Dat laatste bewijst uiteraard vooral dat er veel treinengekken op internet zitten. En een commentaar van het Science Museum suggereert dat er nog wel meer meer groepen enthousiaste fans bezig zijn geweest om de poll te beïnvloeden.

bron: Queen’s University, Science Museum

Onderwerpen