Met een combinatie van radargolven en kunstmatige intelligentie kun je in principe dwars door de huid heen de glucoseconcentratie in je bloed vaststellen. Misschien hoeven diabetici dus ooit geen bloed meer te prikken, stellen Canadese onderzoekers in het International Journal of Mobile Human-Computer Interaction.

George Shaker en collega’s van de University of Waterloo haakten in op het Soli-project van Google en chipmaker Infineon. Soli is eigenlijk bedoeld om vingerbewegingen te herkennen, waarbij niet alleen de posities worden gevolgd maar bijvoorbeeld ook de kracht waarmee je ze tegen elkaar knijpt. Uiteindelijk moet dat de bediening van virtuele knopjes en schuifjes realistischer doen aanvoelen.

Soli werkt met een willekeurige 6 GHz-radar met golflengtes in het mm-gebied; Infineon kan die dingen al zo ver miniaturiseren (zie de afbeelding) dat ze in een smartphone passen. Een ‘lerend’ algoritme analyseert zo’n 500 aspecten van het teruggekaatste signaal en destilleert daaruit wat de vingers aan het doen zijn.

Shakers idee is nu dat de manier, waarop een bloedmonster zo’n radarsignaal terugkaatst, onder meer afhankelijk is van de glucoseconcentratie. Die moet de Soli-software er dus óók uit kunnen halen, wanneer je het algoritme lang genoeg laat oefenen op bloedmonsters met bekende concentraties.

De eerste proeven in vitro suggereren dat het verrassend goed werkt. Traditionele bloedanalyses zijn nog steeds nauwkeuriger, maar de radar komt aardig in de buurt.

Shaker schijnt nog niet te hebben geprobeerd om daadwerkelijk door de huid heen te meten. In theorie komen radargolven daar wel doorheen, maar de vraag is in hoeverre het signaal er door wordt verstoord.

Desondanks verwacht hij dat er binnen vijf jaar een ‘smart watch’ met glucosemeting op de markt kan zijn, als het onderzoek doorgaat in het huidige tempo.

bron: University of Waterloo