Sommige bacteriofagen maken van nature eiwitten aan waarmee ze CRISPR-Cas9 kunnen uitzetten. Bij mensen kun je daarmee misschien de risico’s van genetisch ingrijpen minimaliseren, meldt het tijdschrift Cell.

Alan Davidson, Erik Sontheimer en collega’s van de University of Toronto en de University of Massachusetts denken dan aan een aanpak die de DNA-knipeiwitten neutraliseert in alle weefseltypen, behalve datgene waarin je een genetisch defect wilt corrigeren. Als het goed is maakt dat niets uit omdat in die andere weefsels het te wijzigen gen toch niet tot expressie komt. En als CRISPR-Cas iets minder specifiek blijkt te werken dan het hoort te doen, en per ongeluk ook ándere genen verknipt, blijft het bij lokale schade.

Die CRISPR-Cas-editing maakt oorspronkelijk deel uit van het bacteriële afweersysteem tegen bacteriofagen, dat zijn virussen die alleen bacteriën besmetten. CRISPR is een bibliotheek van DNA-fragmenten van fagen, Cas-eiwitten herkennen die fragmenten zodra een faag ze de bacterie in pompt en zetten er vervolgens de schaar in.

Dat die fagen er in de loop der evolutie iets zouden vinden, lag voor de hand. Er zijn al eerder faag-eiwitten ontdekt die bepaalde Cas-eiwitten blokkeren. Alleen was er tot nu toe nog geen een gevonden tegen Cas9, de versie die de wereld heeft veroverd als knip-eiwit voor meercellige organismen.

De auteurs wisten niet hoe het gen voor anti-Cas9 er uit zou zien. Maar je mag verwachten dat er een tweede gen vóór zit dat de aflezing regelt, en die genen lijken allemaal op elkaar. Door te zoeken naar die transcriptieregelgenen en te kijken wat zich daarnaast bevond, zijn nu maar liefst drie eiwitfamilies gevonden die Cas9 neutraliseren, in elk geval in de bacterie Neisseria meningitidis.

Het Cas9 van Neisseria is veel kleiner dan het Cas9 uit Streptococcus pyogenes dat gewoonlijk in het lab wordt gebruikt, en tegen dat laatste Cas9 lijken de nu gevonden eiwitten dan ook niet te werken. Maar de auteurs zijn er van overtuigd dat er ook wel ergens eiwitten tegen Streptococcus-Cas9 moeten zijn geëvolueerd, en dat je die vanzelf vindt als je lang genoeg zoekt. Bovendien kun je met Neisseria-Cas9 óók menselijke cellen editen, misschien zelfs wel beter.

bron: Cell Press