Hoewel fraude in de wetenschap vooral wordt gezien als individuen die de fout in gaan, blijkt dat je bijna(?) kunt spreken van een waar crimineel netwerk in de wetenschappelijke uitgeefwereld. Het is dus zwartgalliger dan gedacht, aldus vakredacteur Daniël Linzel. ‘De druk moet van de ketel – als die niet al ontploft is.’
Een artikel over het roosteren van hazelnoten in een tijdschrift over hiv/aids. ‘Vegetatieve elektronmicroscopie’. Studies over mannen met eierstokkanker en vrouwen met prostaatkanker. Het zijn geen grapjes, maar voorbeelden van papers die wijzen op regelrechte fraude. Dat is natuurlijk allang bekend: er zijn nu eenmaal individuen die het niet kunnen laten om ‘vals te spelen’, die de enorme druk die op wetenschappers ligt om te publiceren omvormen tot een excuus voor ongeoorloofde praktijken.
Maar nee, het is allemaal nog zwartgalliger dan gedacht. Een recente paper in PNAS laat zien dat er een volwaardig netwerk bestaat van editors, auteurs, brokers en paper mills die de kwaliteit en integriteit van uitgevers van naam als Springer-Nature, Wiley en Elsevier aantasten. Waarom? ‘De wortel van alle kwaad is geldzucht’, zoals het ergens mooi staat. Er gaan namelijk miljoenen om in deze business.
De auteurs laten zien dat grote groepen editors en auteurs lijken samen te werken om uitgeeffraude in de hand te spelen en dat organisaties die papers verkopen zich slim weten aan te passen aan de mogelijke getroffen maatregelen zoals het de-indexeren van tijdschriften. In essentie wordt geloofwaardigheid, reputatie en wetenschappelijke autoriteit op deze manier te grabbel gegooid.
En dat zonder consequenties: de Nederlandse microbioloog Elisabeth Bik onderzocht welke acties er vijf jaar na het melden van frauduleuze artikelen daadwerkelijk waren genomen en daaruit bleek dat in bijna twee derde (!) van de gevallen helemaal niks was gebeurd met de claim. In een ruime kwart van de gevallen vond er een correctie plaats en in slechts zeven procent werd een paper ingetrokken.
Ongestraft handelen werkt alleen maar meer fraude in de hand, laten ze zien. De PNAS-auteurs vermoeden dat er sommige meer niche velden (zoals in RNA-wetenschap) al ‘onomkeerbare schade is toegebracht’ en dat ‘slechts zo’n 25% van de vermoedelijke paper mill-producties ooit ingetrokken zal worden’. Het aantal frauduleuze papers stijgt namelijk significant sneller dan betrouwbare publicaties. En als het nu al zo’n probleem is, wat zal generatieve AI hier dan nog aan toevoegen?
Het is duidelijk: wetenschap en wetenschappers moeten anders gewaardeerd worden, de druk moet van de ketel – als die niet al ontploft is. ‘Publish or perish’ must perish. Terug naar kwaliteit boven kwantiteit. Tijd om een kentering teweeg te brengen in deze wanstaltige en onwetenschappelijke praktijken. Want als de wetenschap haar eigen integriteit te grabbel gooit, waarom zou de samenleving haar dan nog geloven?

Nog geen opmerkingen