Ik blijf me keer op keer verwonderen over de oplossingen die wetenschappers weten aan te dragen. Zo is binnenkort wellicht de plastic kunstlens overbodig bij het verhelpen van staar.

Begin maart publiceerden twee onderzoeksteams in Nature onafhankelijk van elkaar over hun inzet van stamceltherapie bij staar. Die aandoening staat vooral bekend als kwaal bij oude mensen, maar raakt in Nederland ook gemiddeld zo’n tweehonderd baby’s per jaar.

En waar het nog maar de vraag is of het werk van het Japanse team überhaupt de kliniek gaat halen – het bouwde hoornvlies buiten het lichaam op uit humane stamcellen – lijkt het Chinees-Amerikaanse onderzoek al rijp voor de volgende fase. Zijn tactiek bestaat uit het activeren van de eigen stamcellen van de patiënt, waardoor de lens ‘teruggroeit’, en voor het gebruik van lichaamseigen materiaal is de regelgeving stukken soepeler. Daarmee lukte het het team al om baby’s geboren met staar te genezen.

Het is een voorbeeld van waar life sciences-onderzoekers het stokje overnemen van chemici. In het geval van de Twentse start-up in oprichting Lipocoat bundelen onderzoekers met verschillende achtergronden – een biomedisch technoloog, een chemicus en een bioloog – juist hun krachten. In hun geval om tegen te gaan dat eiwitten en bacteriën binden aan contactlenzen (zie pagina 24). Lipocoats biochemische anti-fouling coating moet een einde maken aan contactlensproblemen, variërend van droge ogen tot infecties. Wie weet, lukt het life scientists te zijner tijd ook het zelfherstellend vermogen van het oog op dit vlak aan te spreken.

Het promotiewerk van de aanjager van Lipocoat Jasper van Weerd vormde de basis voor een product waar de contactlensboeren anno 2016 om zitten te springen. En hoewel, net als in het Twentse geval, het eerste doel van universitair onderzoek veelal niet is om het tot start-up te schoppen – al probeert het topsectorenbeleid het onderzoek wel steeds meer die kant op te duwen – willen onderzoekers een werkzame technologie niet in de bureaula zien verdwijnen. Het zijn alleen meestal niet de wetenschappers die deze vertaling, van briljante vinding naar succesvol product, weten te maken, zo blijkt uit een rondgang door het FD. Universiteiten trekken liever een bekwame ondernemer van buiten aan.

Van Weerd heeft dan ook echt een knop moeten omzetten, zo zegt hij zelf. ‘De academische wereld sluit niet aan op de commerciële.’ Maar of je het als wetenschapper nou zelf tot succesvolle ondernemer schopt of niet: jouw werk vormde maar mooi de basis voor die nieuwe technologie waarvan niemand had kunnen dromen.

Onderwerpen