Dromen over Perseverance en Ewine van Dishoeck.

Erwin Boutsma

Ooit was ‘astronoom’ worden mijn grote doel in het leven. Ik was gebiologeerd door de verbijsterende schoonheid van sterrennevels, de wetteloosheid van zwarte gaten en de romantiek van de eerste sterrenkundigen met hun zelfgebouwde kijkers. Maar die romantiek is er inmiddels een beetje af, want ofschoon astronomen zich nog steeds bezighouden met Grote Vragen, zijn de meesten tegenwoordig ICT’er, worstelend door kolossale hoeveelheden data. En naar de maan gaan we ook al een tijdje niet meer.

Toch zijn er nog inspirerende sterrenkundige pioniers, bijvoorbeeld op het grensvlak van astronomie en chemie. Ewine van Dishoeck – hoogleraar moleculaire astrofysica in Leiden, winnaar van de Kavli-en Spinozaprijs, president van de Internationale Astronomische Unie, KNCV-erelid – is zo’n pionier. Eigenhandig zette ze de afgelopen decennia het vakgebied van de astrochemie op. Mede dankzij haar inzichten en vasthoudendheid begrijpen we nu beter hoe sterren ontstaan én hoe we dat moeten onderzoeken; haar werk strekt zich zelfs uit naar het beantwoorden van vragen over leven op andere planeten. Haar lezing op de Avond van de Chemie in 2019 is een van de meest inspirerende die ik de laatste jaren heb gehoord.

Ook is er nog romantiek, en daarvoor hoeven we deze weken niet ver te zoeken: NASA maakte ons meer dan ooit deelgenoot van een bezoek aan onze buurplaneet. Terreinwagentje Perseverance is op moment van schrijven bezig zijn batterijen op te laden voor zijn veelomvattende taken op Mars, onder meer met een paar spectrometers aan boord voor chemische analyses. In goede astronomie- en ruimtevaarttraditie zijn ze voorzien van fraaie acroniemen: Planetary Instrument for X-ray Lithochemistry (PIXL) en Scanning Habitable Environments with Raman & Luminescence for Organics & Chemicals (SHERLOC). Naar hun functie is het niet lastig gissen.

In afwachting van nieuwe wetenschappelijke inzichten kregen we alvast een spectaculair filmpje van de afdaling en wat windgeluiden – de eerste ooit – vanaf het Marsoppervlak. De sympathieke marsrover die na een heroïsche tocht een selfie maakt op een andere planeet en dat verspreidt op zijn ‘eigen’ social media-accounts doet het goed bij het publiek.

Dat de meegenomen drone geen wetenschappelijke functie heeft, maar onderdeel is van de geoliede pr-machine van NASA, weet bijna niemand. Het is een noodzakelijke strategie, want NASA weet dat zijn budget van $ 25 miljard per jaar permanent onder druk staat en vragen over het ‘nut’ van NASA zijn lastig met een concreet antwoord te pareren. Bovendien gaan ze voorbij aan het dromen, aan de fundamentele nieuwsgierigheid die de mens kenmerkt. ‘Exploration is in our nature’, schreef astronoom en wetenschapspopularisator Carl Sagan al. ‘We began as wanderers, and we are wanderers still. We have lingered long enough on the shores of the cosmic ocean. We are ready at last to set sail for the stars.’ Sagans klassieker Cosmos kun je gemakkelijk een ode aan de menselijke nieuwsgierigheid noemen.

Ook uit mij is de dromende astronoom nooit helemaal verdwenen. Tijdens het kijken van de fantastische serie The Expanse – waarin Mars is gekoloniseerd – stel ik me voor dat pioniers als Perseverance en Van Dishoeck daarvoor de fundamenten legden.