Denk je tijdens je vakantie eens lekker te ontspannen tijdens een zomers tuinfeestje, hoor je een van je gesprekspartners zeggen ‘Chemie is echt overal’. Die uitspraak brengt mij elke keer weer in een spagaat.

Enerzijds is dit voor chemici een inkoppertje en heeft de rest van de bevolking – even chargeren – er geen boodschap aan. Anderzijds doet het me denken aan een Nederlandse campagne om de chemie in een zonniger daglicht te stellen. Zouden we in de Lage Landen en daarbuiten ooit zonder dit soort, in mijn ogen over de top, campagnes kunnen?

Gelukkig stonden mijn beide tafelheren, een ruimtevaartkundige en een verkeersplanoloog, wel positief tegenover ‘de chemie’. Tegelijkertijd gaven we alle drie toe dat er nog wel wat slagen te maken zijn in een voor mens en milieu verantwoordere chemische bedrijfsvoering. ‘Hoe beweeg je de industrie daartoe’, vroeg de planoloog zich af, ‘kan dat zonder overkoepelende wetgevingen?’ En reken maar dat toen het woord REACH viel, einde vakantie.

De ruimtevaart voelt de hete adem van die Europese regelgeving nu toch wel in zijn nek, aldus mijn andere tafelgenoot. ‘Chroom(VI) is het grootste probleem. Dat mag vanaf september 2017 zonder autorisatie niet meer gebruikt worden.’ En inderdaad: er is (nog) geen alternatief. Nog eentje: lood. In dit geval is het alternatief loodvrij, maar die optie is volgens de ruimtevaartkundige nog niet van die kwaliteit om met beide handen aan te grijpen – gelukkig maakt zijn vakgebied gerede kans op een special treatment vanuit de overheid met het oog op zijn economische belangen.

‘Maar weten jullie dan niet allang dat dit eraan zit te komen?’, vraagt de planoloog aan de ruimtevaartkundige. Daarop luidde het eerlijke antwoord ‘Dat is zo’. De hamvraag is of de industrie lui is geweest of dat het erg moeilijk blijkt te zijn om chroom(VI) te vervangen, of allebei. We weten het antwoord niet. De Europese Commissie is er trouwens nog niet over uit hoe lang die autorisatie van kracht blijft – ergens tussen de 4 en 12 jaar. Dat schept onrust bij ‘getroffen’ bedrijven, die dreigen eieren voor hun geld te kiezen en hun activiteiten naar elders te verplaatsen.

Tot mijn verbazing blijkt dat de import van de eindproducten wél toegestaan blijft. Waar zijn we dan mee bezig? 0,0 % duurzame oplossing, 0,0 % inkomsten. Geld dat we ook zouden kunnen inzetten om wel dat broodnodige chroomalternatief op de kop te tikken. Het geeft aan dat om goede chemie te bedrijven, zo veel meer kennis nodig is dan enkel die van de chemiekaarten. In dat opzicht ben ik het roerend eens met Wouter De Geest, ceo van BASF Antwerpen, die stelt dat chemici er goed aan doen om zich, als het even kan al tijdens hun studie, breed bij te spijkeren. Dan kunnen chemici echt overal hun duurzame steentje bijdragen.

Puck Moll

vak/eindredacteur C2W